10
Dhr. Vogels zegt dat dat wel waar kan zijn maar hij heeft
zich te oriënteren op gegevens die hem ter beschikking staan.
Er is een controlerapport van het tweede en derde kwartaal.
Als men dan schrijft er is geen kredietbewaking, dan kan
alleen maar zijn gevolgtrekking zijn dat er in het tweede en
derde kwartaal geen kredietbewaking is geweest. Dan kan men
zeggen dat op het moment dat het verificatiebureau er was, was
die kredietbewaking er niet, maar als men twee kwartalen
controleert dan zal men toch ongetwijfeld die twee kwartalen
in ogenschouw hebben genomen, en zeker geen moment-opname van
de dag dat zij er waren. Dus dan is er geen kredietbewaking.
De voorzitter zegt dat men er niet voor is om de aanvullende
mondeling informatie, die het college ook heeft ontvangen, om
die dan mede te betrekken in uw beschouwingen.
Dhr. Vogels interrumpeert en zegt dat men als raad
afhankelijk is om een oordeel te vellen van aanvullende
informatie, dan snapt hij niet dat die aanvullende informatie
niet gewoon bij de stukken ligt.
De voorzitter zegt dat het verificatiebureau het rapport
maakt zoals zij dat volgens haar richtlijnen moet maken. Daar
komt vervolgens een toelichtend gesprek over met de afdeling
en een vertegenwoordiging van het college. Die zaken zijn
gerapporteerd, en zijn onderwerp van bespreking. Naar
aanleiding van dat gesprek geeft hij nu de aanvullende
informatie om de raad duidelijk te maken tegen welke context
met dat moet zien. Hij denkt dat het niet hemaal terecht is
als de raad daar niet gevoelig voor is, want dat zou afbreuk
doen aan datgene wat binnen de afdeling financiën gedaan
wordt
Dhr. Vogels vindt het jammer dat hij door het antwoord van
de voorzitter geen duidelijkheid heeft gekregen hoe nu de
feitelijke situatie is.
De voorzitter zegt dat hij geprobeerd heeft in zijn antwoord
de feitelijke situatie te geven maar hij kan dhr. Vogels
echter niet overtuigen.
Het verificatiebureau rapporteert. Dat is het rapport wat
thans ook voor de raad ter inzage heeft gelegen. Vervolgens
volgt daar een mondeling gesprek op tussen de mensen die de
controle hebben uitgevoerd, met het hoofd van het
controlebureau, met de afdeling financiën, en een delegatie
van het college van B&W. Die mondeling rapportage legt hij nu
aanvullend voor aan de hand van de vraagstelling. Hij heeft
daar verder niets aan toe te voegen.