- 11 - De indieners zijn: dhr. Boot, dhr. Godrie, dhr. Verpaalen en dhr. Utens. Het wijzigingsvoorstel wordt voldoende ondersteund en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De voorzitter stelt voor dat dhr. Boot een toelichting geeft zodat voor iedereen duidelijk is wat er mee bedoeld wordt. Dhr. Boot zegt dat het eigenlijk twee aparte zaken zijn. Alvorens dat er een machtiging afgegeven wordt is toch ook in het verleden gebruikelijk geweest dat het eerst in de commissie bestuurlijke aangelegenheden behandeld werd. Dhr. Vogels zegt dat hij begrijpt voordat het college in beroep gaat tegen afwijzende beschikking, dat er eerst in de raad die beschikking besproken wordt, nl. om in beroep te gaan tegen een bepaalde beschikking. Dat betekent dat het stuk altijd in de raad behandeld wordt. Op het moment dat we dan ja zeggen tegen de beslissing kan de raad c.q. het college in beroep gaan. Dat betekent dat wij er achter staan. Als dan toch het ministerie van mening is dat zij afwijzend moet beslissen, dan betekent dat logischerwijs dat wij daar tegen beroep aantekenen omdat wij in eerste instantie daar voor waren. Dus hij neemt aan dat het goedkeuren van dit punt alleen een versnelde uitvoering is van de wensen van de raad. Op die gronden denkt hij dat het niet noodzakelijk is om dit stuk eerst in de commissie bestuurlijke aangelegenheden te bespreken omdat het onderwerp altijd eerder onderwerp van bespreking is in de raad. De voorzitterantwoordt dat het belangrijkste onderdeel in de termijnen zit. Dhr, van den Bemd zegt dat de termijn voor de raad binnen enkele dagen verloopt. Het initiatief van dhr. Boot willen wij best een keer bespreken in het college maar gezien de termijn willen wij toch een beroep op uw raad doen om het raadsvoorstel aan te nemen omdat het misschien anders voor ons minder leuke gevolgen zou kunnen hebben. Hij hoopt dat de raad zich hierin kan vinden en dat morgen dat bezwaarschrift per koerier alsnog naar Den Haag gestuurd kan worden. De voorzitter zegt ter verduidelijking dat er morgen op het departement een bezwaarschrift ligt. Dat moet morgen bezorgd worden. Daar heeft het wijzigingsvoorstel ook betrekking op dat die ruimte geeft om dat in ieder geval af te werken. Het tweede gedeelte van het voorstel heeft een andere strekking. Hij denkt dat het beter is om daar toch eerst van gedachten over te wisselen in de commissie welzijn, en in die zin de wijziging aan te brengen krachtens de procedure die wij volgen dat het mogelijk is dat de heer Boot er mee kan instemmen dat zijn wijzigingsvoorstel in die zin dan weer vanuit het college gewijzigd wordt. Het tweede stuk doorschuiven naar de commissie welzijn, dan blijft de inhoud overeind, en daar even de zaak nader bekijken, ook in zijn uitwerking en eventueel de consequenties. Hij denkt dat daar de zorgvuldigheid zeker mee gediend is.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1987 | | pagina 100