10 moeite mee heeft. Dus we zullen toch moeten proberen daar een iets andere vorm voor te vinden. Dhr. Vogels zegt dat hem niets gevraagd is of hij het goed of leuk vind dat zijn naam genoemd wordt. De voorzitter zegt dat dat zeer zeker niet het geval is. De opmerking van de heer Boot geeft aanleiding om de opmerking te maken dat als men daar geen prijs meer opstelt dat dat ook weg wordt gelaten, maar dan krijgt men weer andere verkla ringen die weer nieuwe vragen op kunnen roepen. Hij wil daarmee alleen maar aangeven dat wij proberen in de toelichting van de raadsvoorstellen de geschiedenis weer te geven hoe ëën en ander op de rol is gekomen, en hij denkt dat dat gewoon een legitieme zaak is. Met betrekking tot de opmerking van de heer Verpaalen zegt hij het volgende. De raad stelt in grote lijnen het beleid vast en er wordt vervolgens een stuk uitvoering gegeven. Men mist dan op dit moment ook de begrotingswijziging die bij dit voorstel normaliter zou zitten. Dat is nog een zaak van uitvoering. Er is zoëven gesproken over een begrenzing van deze prijs op ongeveer f 2500,00. Wij moeten in het stuk van de uitvoering nog het ëën en ander doen en dat betekent dat de vaststelling van de verordening in de nadere uitwerking wij op een bepaald moment toch nog een keer met elkaar van gedachten zullen wisselen met betrekking tot de begrotingswijziging. Dhrvan den Bemd zegt dat vanaf 1974 bij bijna elke begrotingsbeschouwing door het raadslid Vogels over cultuur gesproken is. Vandaar dat, gezien zijn inbreng telkenmale, dat het college in tweede instantie bij het raadsvoorstel de naam van dhr. Vogels heeft vermeld. Onze voorzitter is nog niet zolang in het Rijsbergse raadsgebeuren actief. Wat de opmerking betreft van dhr. Verpaalen zegt hij dat de voorzitter het verwoord heeft. Over een stuk uitvoering komen wij terug. Hij neemt aan dat het college zich kan vinden als die zaak in een bepaald jaar niet uitgekeerd wordt, dat wij die zaak met goedvinden van de raad toe kunnen voegen aan de reserve voor kunstwerken die wij hebben staan op de begroting. Wij zullen inderdaad die zaak wat de heer Boot aanhaalt zeer zorgvuldig moeten afhandelen. Dat zal ook de taak van de jury- straks zijn. Het zal er in de praktijk op neer komen dat een jurylid inderdaad niet voor een prijs in aanmerking kan komen. De instelling van een cultuurprijs zal bijzonder serieus ter hand genomen worden. Wij zullen met elkaar nader terugkomen op een stuk uitvoering. Wij kunnen zodoende toch op korte termijn starten met de cultuurprijs in het begin 1987.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1986 | | pagina 93