3 dat kan in de toekomst vrij eenvoudig met behulp van de automatisering- ons beleid daarop kunnen en zullen afstemmen. Beleidsmatig Bestuur; Het behoud van de zelfstandigheid is voor onze gemeente een zaak, die we als raad eensgezinden met alle mogelijke middelen bij het Rijk en Provincie moeten verdedigen. Goede voorzieningen omtrent het bestuurlijk functioneren zijn daarbij onontbeerlijke hulpmiddelen. (We denken aan beperkte uitbreiding en sobere herinrichting van ons gemeentehuis) De nieuwe opzet in de beleidsmatige bestuursvorm, en het driehoeksoverleg college/raad/ambtenaren kan op zich een groot goed voor onze Rijsbergse gemeenschap betekenen. Het begin is gemaakt, het zwaartepunt in besturen is daarbij verschoven van raads- naar commissievergaderingen, al kunnen de raadsvergaderingen door de beleidsmatige aanpak van de raadsleden toch nog interessant genoeg voor het publiek blijven om bij te wonen. Commissie-vergaderingen zijn, hoewel openbaar, in de nieuwe opzet nog niet helemaal wat ze zouden moeten zijn. Gemaakte afspraken: A) onderwerpen de ene maand in de commissie en de daaropvolgende maand in de raad; b) objectieve waardebeoordeling van initiatiefvoorstellen in de diverse commissies (dus alleen vastomlijnde collegevoorstellen) c) adviezen aan het college vergezeld te laten gaan van de motivatie tot besluitvorming: zijn in de praktijk nog niet voor honderd procent uit de verf gekomen Het zal wel alles met kinderziektes te maken hebben, maar wij verwachten niet anders, dan dat na het overwinnen van de eerste moeilijkheden, er een drukke maar vruchtbare werkperiode voor ons allen aanbreekt, waarvan onze gemeenschap uiteindelijk de vruchten mee mag plukken. Financieel beleid: Onze gemeente is financieel nog gezond, met een sluitende begroting. Of dit ook op langere termijn nog het geval is, zal voornamelijk afhangen van: a) de hoogte van investeringen aangaande kapitaalswerken; b) het tempo, waarmee we versneld aflossingen kunnen en willen plegen: c) subsidiestromen en rijksuitkeringen die we enerzijds verwachten, en anderzijds ontvangen; d) het tempo waarin bebouwings- en bevolkingsgroei plaatsvinden; e) de doelmatigheid waarmee we fondsen tot instandhouding voor gemeentelijke eigendommen weten te beheren en beheersen; f) opbrengsten uit leges, retributies en belastingtarieven;

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1986 | | pagina 29