17 van de 2e wijziging van de begroting 1987 van de algemene dienst Aan de raad der gemeente Rijsbergen, Het collegevoorstel inzake de intrekking van de verordening reinigingsrechten is gebaseerd op oneigenlijk gebruik van de inzameldienst op grond waarvan men thans de invoering van de afvalstoffenheffing voorstelt. Intrekking op grond van indrukken, maar initiatieven om oneigenlijk gebruik tegen te gaan zijn niet genomen. Het college meent door invoering van de afvalstoffenheffing een eerlijker middel te kunnen hanteren, echter een aantal inwoners zal als gevolg van de invoering der afvalstoffen heffing extra belast gaan worden. Hoewel men reeds jarenlang op verantwoorde en doelmatige wijze zijn afval heeft afgevoerd Organisatorisch gezien biedt artikel 3 van de afvalstoffenwet het college de mogelijkheid middels vergunningverlening aan anderen dan de eigen inzameldienst onder voorwaarden de mogelijkheid te bieden huishoudelijk afval op verantwoorde wijze in te zamelen. Andere aspecten zoals regulering van aanbieden van bedrijfsafvallen ook een vorm van oneigenlijk gebruik, alsmede het probleem van voortijdig buiten zetten van zakken huisvuil worden niet genoemd. Het introduceren van minicontainers kan deze laatst genoemde elementen ondervangen en staat borg voor een betere lastenverdeling en een propere afvoerwijze. Een inwoner met meer afval is dan genoodzaakt een extra container te nemen en draagt dan evenrediger bij aan de lasten Op grond van bovenstaande argumentatie stel ik de raad voor: a. de verordening op de reinigingsrechten niet in te trekken. b. de verordening afvalstoffenheffing niet vast te stellen. c. mogelijkheden te onderzoeken om oneigenlijk en niet correct gebruik van de inzameldienst te voorkomen alsmede invoering van minicontainers te overwegen. De indiener, Dhr. Utens Mede ondertekend door dhr. Verpaalen, dhr. Boot, dhr. Godrie.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1986 | | pagina 100