- 3 -
onthoudingen, zodat dhr. J.C.M. van den Bemd tot wethouder
is gekozen.
De voorzittervraagt of dhr. van den Bemd zijn benoeming
aanvaardt
Dhr, van den Bemd aanvaardt zijn benoeming.
Hierna volgt de verkiezing van de tweede vacature
wethouder, waarvoor de heer C.A.J. Jochems kandidaat is
gesteld
Uit de schriftelijke stemming blijkt dat er 7 stemmen zijn
uitgebracht voor dhr. C.A.J. Jochems en 4 onthoudingen,
zodat dhr. C.A.J. Jochems tot wethouder is gekozen.
De voorzittervraagt of dhr. C.A.J. Jochems zijn benoeming
aanvaardt?
Dhr. Jochems aanvaardt zijn benoeming.
Hierna schorst de voorzitter de vergadering.
Na de schorsing geeft de voorzitter het woord aan dhr, van
den Bemd:
Voorzitter, collega wethouder, secretaris, mevrouw en heren
leden van de raad,
Als herkozen wethouder wil ik U leden van de raad bedanken
voor het vertrouwen dat u mij weer hebt geschonken om ook
in de raadsperiode 1986-1990 weer deel uit te kunnen maken
van het college. Ik beloof vanaf deze plaats dat ik mij zo
goed mogelijk zal inzetten voor de invulling van deze
functie. Met de onmisbare medewerking van velen hoop ik ook
de komende raadsperiode de belangen van onze gemeente zo
goed mogelijk te kunnen behartigen.
Door een actieve samenwerking van college, raad secretaris
en ambtenaren moet het mogelijk zijn om de aan ons
toevertrouwde belangen van deze gemeente goed te
behartigen. Geen gemakkelijke opdracht, daar ben ik mij
zeer van bewust. Als team zullen wij moeten opereren, niet
als enkeling. Als wij zonder uitzondering daaraan mee
willen werken, dan zal het de komende raadsperiode ook wel
lukken naar mijn bescheiden mening.
Wij moeten ons echter wel durven realiseren dat wij
gezamenlijk al de problemen dienen aan te pakken om
Rijsbergen gezond en leefbaar te houden. Zakelijke belangen
zullen duidelijk gescheiden dienen te worden gehouden van
privé of persoonlijke belangen. Ook de financiële toestand
van onze gemeente dienen wij erg kritisch te blijven
benaderen. Daadwerkelijke behoeften en mogelijkheden dienen
steeds te worden overwogen alvorens men tot besluitvorming
wil en kan overgaan.
x 11.
L»
j ij O 1. -8 0& -L .J Vv J -
JiM JL 3
luladJ^ £9v lX0®3ti<JO 0fi XXjstV v 50X130 fi®3
XX W II - -> &SJ 01. IIOO^) flo n 3 IX90I&X09fl 3-13
IIX »iIOj4 bnISBdt QJ 3 L J. <1 fl L
V
t izïitffij .'i Ü3ÖÜ O 21' 01
C'