12
de eremedaille verbonden aan de orde van Oranje-Nassau, in goud is
verleend
Hierna wordt de eremedaille aan dhr. Nooren uitgereikt door de
voorzitter. Vervolgens ontvangt dhr. Nooren ook een aandenken van de
voorz i tter
Mijn erkentelijkheid gaat ook uit naar de echtgenoten van de
scheidende raadsleden, die hun man gedurende heel wat avonden of dagen
hebben willen afstaan ten behoeve van de Rijsbergse gemeenschap.
Ook dat willen we niet bij woorden laten. Vandaar een bouqet bloemen.
Leden van de gemeenteraad van Rijsbergen,
Ik heb er aan het slot van mijn laatste toespraak tot u in deze
raadsperiode behoefte aan u allen mijn dank en erkentelijkheid te
betuigen voor het werk dat u in de afgelopen periode voor de gemeente
en inwoners hebt verricht.
Die dank gaat ook uit naar de vertegenwoordigers van de media. Maar
eveneens naar de ambtenaren en anderen, die het uw raad mogelijk
hebben gemaakt zijn werk te verrichten.
Ik wens u en de uwen alle goeds toe.
Hierna spreken dhr, van Aert en dhr, van Kuiick een dankwoord uit aan
al het personeel van de gemeente Rijsbergen, aan het college van
burgemeester en wethouders en aan collega-raadsleden voor de prettige
samenwerking. Zij wensen de nieuwe raadsleden heel veel succes in de
gemeenteraad van Rijsbergen.
Vervolgens spreekt dhr. Nooren.
Mijnheer de Voorzitter,
Ik zou willen beginnen met te zeggen dat in die 16 jaar U de enige
geweest bent die mij eigenlijk een beetje van mijn stuk gebracht
heeft. Het zal de voorzitter toch nog wel bekend zijn dat we een keer
samen naar Den Bosch reden en dat ik toen de voorzitter duidelijk had
gemaakt dat ik het niet bijzonder op prijs zou stellen als er voor mij
een koninklijke onderscheiding aangevraagd zou worden. Dus ik denk dat
dat afgesproken was en dat het ook niet gebeurde. Dit is mij dan ook
compleet verrast. IK had eigenlijk een paar dingen willen zeggen naar
aanleiding van het artikel wat in de Stem geschreven is. Ik denk dat
het nu beter is om deze nu niet te vertellen op dit moment. Hij mag
aannemen dat er mensen in Rijsbergen zullen denken of zeggen dat ik
deze onderscheiding niet verdiend heb. Dat is mogelijk. Er zijn er
misschien meerdere die zullen zeggen dat de onderscheiding mij gegund
is. Ik kan tegen al die mensen zeggen dat ik om deze onderscheiding
zeker niet gevraagd heb en dat het voor mij een complete verrassing
was waar ik helemaal niet op gerekend had. Het houdt wel in dat ik een
stuk van mijn toespraak achterwege zal laten.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren,
Nu ik hier vandaag de laatste keer als wethouder de raadsvergadering
heb meegemaakt is het zinvol een enkel woord te zeggen over de periode