4 "Heidemij Adviesbureau s-Hertogenboschcopie van brief aan Milieugroep Zundert n.a.v. gestelde vragen over saneringsonderzoek bij Brabant Chemie". Hij heeft gezien dat er verschillende data gepasseerd zijn o.a. 24 december, 20 december, opstellen van het sloopbestek in januari 1985. Hij zou graag de stand van zaken hierin willen vernemen. De voorzitter zegt wat het beroepschrift van dhr. Buiter betreft, die zaak zal op 6 maart behandeld worden bij de Raad van State. Met betrekking tot het saneringsonderzoek daarvan kan hij zeggen dat wij op dit moment in afwachting zijn van het rapport wat ons is toegezegd begin februari naar aanleiding van de laatste boringen die gisteren hebben plaatsgevonden. Wij hebben wel duidelijk te verstaan gegeven dat, wat betreft de gemeente Rijsbergen, dit absoluut het laatste onderzoek moet zijn en dat nu begonnen moet worden met de zuivering, omdat wij ook verder moeten met de gegadigde die zich op dat terrein wil vestigen. Wij hebben ook naar de provincie duidelijk gemaakt dat het bij herhaling lopen van het ene onderzoek naar het andere, geen duidelijk beeld meer bestaat wat de kosten betreft. Men heeft mondeling laten weten dat zij het met die opvatting eens is. Dat zou kunnen betekenen, als het in februari tot een definitieve afronding komt, hetgeen te verwachten is, dat we nog in het eer ste halfjaar 1986 met de reiniging kunnen beginnen. Dhr. Vernaaien vraagt of dit betekent dat wij al duidelijkheid hebben omtrent de kosten die het opstellen van het saneringsbestek met zich mee brengt, want hij neemt aan dat wij daar dan in de raad over moeten besluiten omdat wij die geldmid delen in eerste instantie ter beschikking moeten stellen. Hij had dit eigenlijk in december al verwacht, omdat inderdaad in januari dat saneringsbestek opgesteld zou worden. Of het moet zo zijn dat het nog past binnen de reeds gevoteerde kredieten, maar dat kan hij zich nauwelijks voorstellen. De voorzitter denkt dat we nog steeds binnen de kredieten zitten. Het ziet er naar uit dat wij in de loop van de maand februari ook met nadere informatie naar de raad toekomen met betrekking tot de verdere inrichting van dit terrein. Daaraan ligt dan tevens het kostenplaatje ook ter grondslag. Zoals het er nu naar uit ziet betekent het dat we daar zeker niet meer op toe zullen leggen dan tot nu toe geraamd is. Alles zit nog binnen het geraamde en gevo teerde krediet tot op dit moment. Dhr. Vernaaien vindt dat de voorzitter een paar stappen over slaat. Als men aan de inrichting gaat denken dan zal er eerst gesaneerd moeten zijn. Men zal niet alleen het saneringsbestek moeten hebben maar ook de uitvoeringskosten van de sanering, want ook dat zal wat dat betreft ons financieel niet zonder problemen passeren. Pas dan kan men met de inrichting beginnen. De voorzitter zegt dat dat volkomen juist is maar de mondelinge informatie die ons tot nu toe heeft bereikt middels het periodiek overleg, zowel bestuurlijk als ambtelijk, bevestigt ons in de opvatting dat het ons niet meer zal kosten. En dat we binnen het totale plaatje wat oorspronkelijk is geraamd er uit komen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1986 | | pagina 4