5 natuurlijk het laatste wat we willen. Dhr. Goos zegt dat er een verordening voorligt waar de raad hun goedkeuring aan moeten geven. Het gebruik van het kerkhof is in feite al een hele tijd strijdig met deze verordening. Daarom vindt hij, nu we deze verordening voor ons hebben liggen, dat we dat in eens mee moeten nemen. Mevr, van den Bemd zegt, wanneer men haar nu de toezegging doet dat in de eerst volgende commissie vergadering de bepaling opgenomen wordt die de vrijheid in eigen omstandigheden aangeeft voor de nabestaanden, dan zij er op dit moment akkoord mee gaat. Dat wil dus zeggen dat deze verordening pas getekend wordt nadien. Dhr. Daemen vraagt wat er nu precies met die 25 centimeter bedoeld wordt. Men kan dit nlop twee verschillende manieren uit leggen. De voorzitter zegt op het laatst gestelde van dhr. Daemen, dat dit een kwestie van uitvoering is die binnen het kader van behandeling raadsvergadering niet de prioriteit heeft. Daarover kan men beter spreken in de commissievergadering. Over de opmerking van mevr. van den Bemd, daarvan zegt hij dat we vanavond de verordening wel vaststellen. Hij heeft alleen gezegd dat met betrekking tot de regels zoals die in artikel 9 zijn aangeduid door het college nader te bepalen, dat we over de uitvoering die onderdeel uitmaakt van de nadere overeenkomst met het kerkbestuur, dat we daar in de eerst komende commissie vergadering wel over kunnen praten. Het gaat er om dat wij de mogelijkheid hebben om na vanavond, met betrekking tot de vraag die er van enkele nabestaanden ligt, kunnen handelen teneinde te voorkomen dat er iets gaat ontstaan dat we met z'n allen niet willen en wat we ook nooit gewild hebben. Nogmaals, ook een mondelinge overeenkomst is een overeenkomst waarmee men zeker vanuit de overheid zeer zorgvuldig mee om moeten springen en waar we wel aan gehouden zijn. Mevr, van den Bemd vraagt of men in de nadere uitwerking van de bepalingen voldoende rekening met de wensen van de nabestaanden houdt, want daar gaat het uiteindelijk om. De voorzitter zegt dat hij er ter verduidelijking nog bij kan zeggen dat wij daar zeer zeker rekening mee zullen houden. Dat is ook een onderwerp geweest waarover met het kerkbestuur zeer uitvoerig is gesproken, omdat, als men een zekere uniformiteit voorstaat, het niet zo is dat het gemeentebestuur zich niet kan bemoeien met het gedeelte wat tot ons beheer behoort. Omgekeerd betekent dat ook dat het kerkbestuur zich niet kan mengen in de autonomie van vaststelling van regels voor het openbare gedeelte. Die twee hoeven met elkaar niet strijdig te zijn, maar het moet in de afzonderlijke bestuurscolleges geregeld worden. En voor dat openbare stuk zitten we vanavond. De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders. 6. BESCHIKBAARSTELLING VAN KREDIET VOOR HET VERVAARDIGEN VAN S6V UdOSfl CXW

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1986 | | pagina 48