ruimtelijke ordening over gesproken is. Wij zijn tot de slotsom
gekomen dat we nog steeds op dezelfde uitgangspunten en dezelfde lijn
zitten op basis waarvan we destijds de gezamenlijke begraafplaats
hebben aangelegd. Dat betekent, met betrekking tot maatvoering van de
monumenten en eventueel ook de vrijheid, dat degenen die op het
openbare stuk begraven worden binnen die maatvoering een stuk
eigenstandige keuze moeten kunnen maken.
Dat willen wij nader vastleggen. Het kerkbestuur was van mening dat
dat al gebeurd zou zijn voordat de verordening in de raad zou komen.
Wij hebben het kerkbestuur overtuigd van het feit dat dat niet kon,
omdat de bevoegdheid van het B&W er gewoon niet was, daar eerst de
raad de verordening moest vaststellen op grond waarvan B&W nadere
regelen konden vaststellen. Dat is in artikel 9 geregeld. Het college
is ook van mening dat het niet verstandig en aan te bevelen is, om de
suggesties die in de commissie ruimtelijke ordening naar voren zijn
gekomen, om die hier in artikel 9 heel nadrukkelijk te regelen, omdat
dat namelijk een stuk uitvoering is die volledig tot uitdrukking kan
komen in de nadere overeenkomst. Het college heeft er geen moeite mee,
dat wanneer de raad er op staat om nader kennis hiervan te kunnen
nemen alvorens tot ondertekening wordt overgegaan, om de toezegging te
doen dat als wij in de komende dagen de bepalingen op schrift gaan
zetten in de vorm van een overeenkomst met het kerkbestuur, om die in
de eerstkomende commissievergadering aan u voor te leggen. Hij heeft
daarmee geprobeerd duidelijk te maken dat de ogenschijnlijke vrijheid
die er zou zijn, er in wezen niet is, maar dat we consequent moeten
handelen op basis van datgene wat in 1974 tussen het kerkbestuur en
het gemeentebestuur mondeling is overeengekomen. Het college is van
mening dat zij daartoe gehouden is. Dan is ten aanzien van artikel 13
gewezen op het voorschrijven van de strook van beplanting. We hebben
daar ook uitvoerig in de commissie ruimtelijke ordening over
gesproken. De achtergrond die daarbij speelt is, dat vanuit het
oogpunt van onderhoud ook destijds op het andere stuk, waar de
gemeente geen zeggenschap over heeft, de regel is gehanteerd van een
beplanting van 25 centimeter zodat de maaimachine in het kader van
onderhoud daar ongehinderd over heen zou kunnen gaan. Dat is de
achtergrond geweest van het opnemen van de strook beplanting van 25
cent i meter
Wij hebben dus niets anders gedaan, dan op basis van datgene wat
destijds is afgesproken, dat nu ook in de verordening vast te leggen.
Het is ons bekend dat in de praktijk ook op het andere gedeelte daar
niet zo strak de hand meer aan wordt gehouden. Hij is van mening dat
men de zaak moet regelen op basis van de overeenstemming die men
destijds heeft gemaakt, en dat dat in de praktijk niet hoeft uit te
sluiten dat men bij het toepassen van die regels praktisch soepel en
passend te werk gaat. Vandaar ook dat het college niet met overname
van de opmerkingen uit de commissie naar de raad toe is gekomen in de
vorm van een veranderd voorstel. Hij hoopt toch dat hij de raad
duidelijk heeft kunnen maken dat datgene wat in de commissie is
opgemerkt, dat dat wel degelijk zijn vervolg krijgt, zij het dat het
op een andere wijze geregeld zal gaan worden. Hij meent dat hij dan
ook duidelijk heeft gemaakt dat de schijn van geforceerd dat die
daarmee ook is verklaard. Nogmaals, wij zitten als college ook voor
het feit dat wij op zeer korte termijn, en dat duldt echt geen uitstel
meer, aan moeten geven aan nabestaanden welke grafmonument er komt,
Als we dat niet kunnen doen, dan betekent dat een ontwikkeling die
niet strookt met de overeenkomst die we gezamenlijk zijn aangegaan.
Dat kan alleen maar aanleiding tot niet goede verhoudingen, en dat is