3
oorspronkelijke opzet aan te bieden aan de raad. Zij stelt bij deze
voor die kleine veranderingen die in de commissie aan de orde geweest
zijn, inderdaad op te nemen.
Dhr. Daemen vraagt of het reserveringsgeld van f 100,00 of dat
terugkomt, of dat dit later mee verrekend wordt.
De voorzitter zegt dat er in de commissie ruimtelijke ordening
breedvoerig over de toepassing van de artikelen 9 en 13 gesproken is.
Hij heeft ook gezegd, en dat kan men ook terugvinden in de toelichting
bij dit voorstel, dat de voorlegging op dit moment zijn oorsprong
vindt in datgene wat in 1974 door het kerkbestuur en het
gemeentebestuur samen is ondernomen. Dat betekent, dat de vrijheid die
er op dit moment ogenschijnlijk zou bestaan, er in wezen niet is.
Waarom niet? Er is destijds een afspraak gemaakt dat er gestreefd zou
worden naar een gezamenlijke begraafplaats. Dat had een aantal
voordelen ook voor het gemeentebestuur. Er is toen tevens afgesproken
dat er gestreefd zou worden naar een zo groot mogelijke unanimiteit om
het aanzicht van de begraafplaats zodanig in te richten, dat de
verschillen, die we in vroegere tijden met name door het oprichten van
allerlei monumenten op begraafplaatsen, dat die meer in banen geleid
zouden worden.
Op basis van die afspraak zijn gemeente en kerkbestuur met elkaar in
zee gegaan. Er is altijd naar gestreefd om met betrekking tot degenen
die gebruik wilde maken van de begraafplaats om die zoveel mogelijk
aaneengesloten in de exploitatie mee nemen.
Wij hebben destijds wel gezegd dat het kan voorkomen dat er
nabestaanden zijn die er zeer nadrukkelijk op staan om niet op het
gedeelte, wat gezamenlijk is aangenomen, maar een duidelijke voorkeur
hebben om op een afzonderlijk gedeelte de begrafenis te doen
plaatsvinden. Wij hebben in 1974 met het kerkbestuur dan ook de
afspraak gemaakt om een bepaald gedeelte van de begraafplaats aan te
wijzen die gebruikt zou kunnen worden als openbare begraafplaats. Tot
voor kort is daar geen gebruik van gemaakt. De noodzaak om met een
eigen standige verordening te komen is van recente datum omdat er nu
verzoeken komen om aan te geven wat voor monumenten op de
begraafplaats op het openbare gedeelte gebruikt mogen worden.
Omdat daar verzoeken in de richting gingen, die niet stroken met de
afspraken die destijds door het gemeentebestuur en het kerkbestuur
zijn gemaakt, is de noodzaak om op korte termijn een verordening vast
te stellen. Daaruit vloeit voort, dat we ook een verordening moeten
vaststellen met betrekking tot de tarieven die daarop gehanteerd
worden. In artikel 9 is opgenomen een bepaling dat er sprake moet zijn
van uniforme monumenten en dat te bepalen door burgemeester en
wethouders. Hij heeft ook in de commissie gezegd dat wij met het
kerkbestuur nader een overeenkomst moeten aangaan waarin de
gedetailleerde maatvoeringen e.d. zijn opgenomen. Deze verordening
heeft dan ook niet meer dan de functie van een raamverordeningomdat
men de ruimte moet hebben dat, als tijdsomstandigheden en inzichten
zich wijzigen, dat men dan op een snelle manier daarop kan inspelen.
Wij hebben dan ook de verordening al eerder met het kerkbestuur
doorgesproken. Daar is deze verordening uit voort gekomen. Die is
toegezonden aan het kerkbestuur en afgelopen vrijdag heeft met een
vertegenwoordiging van het kerkbestuur en het gemeentebestuur nader
overleg plaatsgevonden over dezelfde punten waar ook in de commissie