2
benzine-maatschappij nabij de grens met onze gemeente, zich kunnen
vestigen.
Hij vraagt een aanpassing van de bouwplannen. Volgens hem moet men
eerst spreken met s-Hertogenbosch voor een uitbreiding van het
contingent, anders zou dit wel eens ten koste kunnen gaan van zij die
in Rijsbergen geboren en getogen zijn.
De heer Vogels mist het verslag van de commissie Ruimtelijke Ordening.
De voorzitter zeat dat dit verslag inderdaad ter inzage had moeten
liggen maar dat dit niet gebeurd is.
Hij kan aan het adres van de heer Goos mededelen dat de opmerkingen
zoals in de toelichting verwoord zijn, natuurlijk hun achtergrond
hebben. U weet dat, bij gelegenheid van de opening van het
expeditiecentrum Hazeldonk en in diezelfde periode, wederom is
herhaald dat aan Rijsbergen een mogelijkheid gegeven wordt om datgene
wat zij in het kader van de woningbouw extra nodig heeft, dat dat in
ieder geval ook toebedeeld wordt. Wij zijn als college voornemens om
dat per jaar te salderen en op het moment dat wij aan een contingent
zitten die in ieder geval een nieuwe bouwstroom ook financieel
mogelijk maakt, om dat verder in gang te zetten. Inmiddels zijn er
contacten geweest met het Stadsgewest. Het is de bedoeling dat deze
extra contingenten niet meer in het Stadsgewest worden verrekend maar
vanuit de Provincie extra worden toegeschoven. Dat overleg heeft al
een keer plaats gevonden maar dat krijgt nog zijn voortgang.
De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders.
5. VASTSTELLING VAN: a. VERORDENING OP HET BEHEER EN HET GEBRUIK VAN
DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS;
b. VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECHTEN VOOR HET
GEBRUIK VAN DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS. (RDSBIJL. 43).
Dhr. Goos vraagt of er nog een gesprek heeft plaatsgevonden, na de
commissievergadering, met het kerkbestuur omtrent de artikelen
waarover wij het niet eens waren.
Mevr, van den Bemd heeft de indruk dat dit een geforceerd voorstel
geworden is. Het college stelt hier in het voorstel dat de commissie
gehoord is. Zij denkt echter dat dit moet zijn, de commissieleden ter
kennisname aangeboden hebbende. Zij mist derhalve ook het
commissieverslag. Zij wil niet zeggen dat er in de commissie niet o
over gesproken is. Er zijn omtrent enkele artikelen correcties of
veranderingen aangeboden. Zij denkt dat het hele venijn in dit
voorstel zit in artikel 9 en artikel 13, waarin dermate
beperkingsbepalende maatregelen opgenomen zijn, dat het gewoon
helemaal uitgesloten is dat de nabestaande een eigen mening,
gevoelsleven en creativiteit kunnen uiten. Zij denkt voor zo ver wij
een algemene en openbare begraafplaats in gaan richten, dat wij ons
dan moeten beperken tot een uniformiteit die uitsluitend en alleen
doelt op het ruimtelijk aanzicht en daar bedoelt zij dan de maatgeving
mee
Voor de rest zou men de nabestaanden geheel vrij moeten laten in het
doen van hun keuze omtrent soort, en de vormgeving. Zij zou graag van
U willen vernemen wat Uw motivatie geweest is om het voorstel in