8
komen
De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en
wethouders
15. VERKOOP BOUWGROND GELEGEN AAN WARANDE AAN HEREIJGERS
MAKELAARDIJ TE ZUNDERT (RDSBIJL. 39).
Dhr. Veroaalen zegt dat hij het jammer vindt dat de voorzitter
van de commissie ruimtelijke ordening niet aanwezig is. Daarmee
hebben we nlook het overleg gevoerd in diverse vergaderingen
van de commissie ruimtelijke ordening. Van het begin af, toen de
Warande bekeken moest worden voor de herverkaveling, was het
uitgangspunt steeds dat dat in goed overleg met de mensen die
daar reeds woonde en gekocht hadden op een planindeling zoals die
toen voorlag, zou gebeuren. Nu zijn er in de commissie
ruimtelijke ordening als buiten de commissie ruimtelijke ordening
een aantal gesprekken geweest met een aantal bewoners. Dat
overleg is enerzijds bestempeld als goed van de kant van de
gemeente, anderzijds van de kant van een groot gedeelte van de
bewoners die direct betrokken zijn bij de noordelijke kant. Daar
is het overleg niet als goed bestempeld. Nu kan men daar
verschillend over oordelen, wat nu wel en wat niet goed is. Hij
denkt dat men daar als gemeente erg zorgvuldig in moet zijn. Als
blijkt dat daar toch nog een aantal zware problemen liggen dan
vindt hij dat men tot het uiterste moet gaan om tot een goede
overeenstemming te komen. Hij denkt dat dat niet gebeurd is. In
de laatste commissie vergadering ruimtelijke ordening heeft hij
van de voorzitter gedaan gekregen dat wij nog zouden gaan praten
met die betrokken mensen. Dat is gebeurd, helaas maar door een
gedeelte van de commissie ruimtelijke ordening. Er is een rapport
van opgemaakt binnen de gestelde termijn. In eerste instantie
hadden we veertien dagen de tijd gekregen, maar dat werd
eenzijdig door de voorzitter teruggebracht naar een week. Wat hij
ook een kwalijke zaak vindt, omdat dit ook niet bevordelijk is
voor de goede verstandhouding. Binnen een week hebben we dat
verhaal ter sprake gebracht. Hij denkt dat we daarin gepoogd
hebben tot een opstelling te komen die zowel voor de gemeente
acceptabel zou kunnen zijn omdat dat nauwelijks financieel tot
nadelen zou leiden. En wat voor de bewoners acceptabel zou zijn,
daarvan hebben zij kennis gegeven door dat stuk mede te
ondertekenen. In zo'n situatie denkt hij dat men zich anders moet
opstellen dan de echte voorzitter van de commissie ruimtelijke
ordening gedaan heeft, want die heeft er nlniets mee gedaan. En
dat vindt hij een kwalijke zaak. We hebben bovendien
geconstateerd, vooruitlopend op een besluit door de raad tot
verkoop, dat de betreffende makelaar aanzienlijk aan de weg aan
het timmeren is alsof het plan zo uitgevoerd wordt. Dat vindt hij
er9 voorbarig. Ook dat is niet bevorderlijk voor een goede
overleg situatie wanneer er sprake is van een ernstig verschil
van mening. Hij is bovendien van mening dat nogmaals gepoogd moet
worden om alle mogelijkheden, die planologisch aanwezig zijn, uit
te baten en in goed overleg met de bewoners te regelen.
Planologisch hoeft het geen probleem te zijn. Financieel hoeft
het ook geen probleem te zijn. Hij denkt dat het een kwestie is
van opnemen met de makelaar en de mensen die met hem samenwerken.
Hij had dit willen doen namens de commissie ruimtelijke ordening,
4