1 NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Rijsbergen op donderdag 20 februari 1986 des avonds om 8 uur in het gemeentehu is AANWEZIG: Dhr. W.A.P. van Aert, dhr. J.C.M. van den Bemd, mevr. M.C. van den Bemd-Deckersdhr. H.J.V. Daemen, dhr. C.M.J.M. Goos, dhr. P.A.J. Nooren. AFWEZIG: Dhr. A.J.J. van Kuijck (vakantie), dhr. C.W. Martens (ziekte), dhr. J.W.M. Snepvangers (ziekte), dhr. L.C. Verpaalen (met kennisgeving), dhr. C.W. Vogels (ziekte). DE VOORZITTER: dhr. N.J.L. de Jaeger. DE SECRETARIS: Dhr. G.A.A.M. Kuijpers. De voorzitter opent de vergadering met gebed, en doet mededeling van het plotseling overlijden van de minister van Binnenlandse Zaken, dhr. Rietkerk. Hij verzoekt de raad een ogenblik stilte in acht te nemen. Vervolgens stelt hij aan de orde: 1. AANWIJZING VOORSTEMMER. Dhr, van Aert wordt tot voorstemmer aangewezen. 2. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN (RDSBIJL. 15). Dhr. Daemen verwijst naar punt 5 "Socialistiese Partij Breda: procedure over bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker". Hij vraagt of er door het Stadsgewest nog iets gedaan wordt. Dhr. Goos verwijst ook naar punt 5. Hij heeft het rapport gezien. Bij regelmatig onderzoek blijkt dat het aantal sterfgevallen kan worden teruggebracht. Hij denkt dat het toch een goede zaak is, ook al zou het wat geld kosten, om dit in ieder geval weer aan te kaarten bij het stadsgewest dat dat onderzoek toch weer plaats kan vinden. Mevr, van den Bemd verwijst ook naar punt 5. Zij heeft hier geen moei te mee. Zij heeft contact gezocht met de artsen van de huisartsenprak tijk. In het verleden is altijd contact geweest met de G.G.D. van het Stadsgewest. Vanaf vorig jaar zijn deze vormen van onderzoek min of meer opgeheven. In plaats daarvan is er een vorm van onderzoek gekomen volgens de huisartsen, waarbij mensen op vrijblijvende basis deel kun nen nemen aan dezelfde vorm van baarmoederhalskankeronderzoekIn het verleden werd dit onderzoek door de huisartsen gedaan. Nu vindt dit plaats in het wijkgebouw. Er is wel gebleken dat de opkomst minder is. De huisartsen vermoeden weinig resultaat bij een schrijven naar het betrokken ministerie ofwel naar de staatssecretaris van Volksgezond heid. Bovendien zit er toch aan het onderzoek een niet geheel positie ve kant aan. Er zitten ook negatieve kanten aan, met name wanneer men massaal opgeroepen wordt, dan worden er toch nog al wat mensen uitge pakt. Vervolgens moeten deze mensen opnieuw een onderzoek ondergaan, hetgeen op grote verontrusting stuit en waarbij toch naderhand blijkt dat er helemaal niks aan de hand is. De huisartsen hier zien in ieder geval geen reden om verdere stappen te ondernemen. De voorzitter kan mededelen, dat wij vanuit het Stadsgewest benaderd

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1986 | | pagina 22