26
ook destijds betrokken is geweest bij de opstelling van het
bestemmingsplan Buitengebied. Die brief met zijn stellingname
heeft U aangetroffen. Het college blijft echter op het
standpunt staan dat de overwegingen die door dhr.
Puijenbroek daarin worden aangevoerd best acceptabel zouden
kunnen zijn, alleen worden ze onvoldoende juridisch
onderbouwd omdat daar tegenover stond de opvatting van onze
eigen jurist dhr. van Wijmen. Wij vinden na heroverweging en
ook ter kennisname van het geschrift vanmorgen, hier binnen
gebracht van dhr. van Wijmen, dat er toch een oplossing
denkbaar is die met name gezien moet worden tegen de
achtergrond van het feit dat wijwetende dat tot tweemaal toe
door betrokkene geen actie is ondernomen om zijn bedrijf te
legaliseren, dat we desondanks toch als gemeente het gebruik
van de terreinen voor de doeleinden waarvoor betrokkene die
nu eenmaal nodig heeft, dat hij ze heeft gebruikt. We vinden
dat dat de escape is om op een correcte manier eruit te komen,
maar dat blijft wel betekenen dat in de juridische procesgang
het beroepschrift ongegrond moet worden verklaard, maar dat
wij mogelijkheden zien, juist vanuit die noodsituatie maar met
name ingegeven door het gedogen van een aantal jaren dat wij
vinden dat wij mee moeten werken aan de wijziging van het
bestemmingsplan ter plekke middels een postzegelplan en dat
via die procedure het bedrijf in zijn continuiteit daar
gevestigd kan blijven. Dat brengt hem tegelijkertijd op een
aantal opmerkingen die naast uw instemming toch door uw zijn
gemaakt. Hij begint met de opmerking van mevr. van den Bemd.
Het beleid tot nu toe is dat als wij als gemeente meewerkte
aan de wijziging van een bestemmingsplan middels een zogenaamd
postzegelplan dat we dat altijd hebben gedaan in de afspraak
dat betrokkene de kosten betaald van de wijziging van het
postzegelplan. Wij zijn ook van plan om die lijn ook door te
trekken, ook in deze situatie. Wij achten dat alleszins
redelijk. Wij denken ook dat betrokkene met deze oplossing
geen moeite zal hebben, en waarom niet? Omdat, en hij komt
dan bij de opmerking van de heer Verpaalen om een bepaalde
tekst in te voegen nlde woorden minimaal in de huidige
omvang. Als wij praten over minimaal dan weten we dat groter
altijd mogelijk is. Wij willen er geen onduidelijkheid over
laten bestaan dat wij overwegen om in overleg met betrokkene
en zijn raadsman nogmaals het bestemmingsplan op basis van
het postzegelplan te wijzigen en in de wijziging de huidige
situatie te legaliseren. Dat betekent waar betrokkene heeft
aangeboden om het aantal teveel gebouwde meters om dat terug
te brengen, dat we in nader overleg met hem willen bezien om
de huidige lokatie, ook vanuit financiële overwegingen in zijn
huidige omvang te legaliseren. Dat betekent dat we middels
die wijziging ook afwijken van de bepalingen die voor de rest
van het gebied gelden met betrekking tot de hoogte, want ook
dat blijft een zaak die discutabel blijft en waar men gewoon
niet verder kan gaan dan die 10%. U heeft ook kunnen lezen dat
we nu in feite te maken hebben, als we de huidige bepalingen
zouden toepassen, van meer dan 20%. Wij willen in ieder geval
dusdanig uitkomen dat het bedrijf in zijn huidige omvang