r >.c rxw a Is r 25 van de huidige lokatie. Er werd opslag gepleegd, er wordt opslag gepleegd, er is een terrein verhard en er zijn auto's op neer gezet. Om redenen van de ondernemer had hij behoefte om een loods te hebben om zijn bedrijfsvoering aan de huidige situatie te kunnen aanpassen. Wij hebben met het bestemmingsplan in de hand, en hij wijst er op dat het bestemmingsplan twee keer is gewijzigd in de afgelopen jaren, en dat tot tweemaal toe de huidige ondernemer heeft verzuimd te reageren op de ter visie legging, want ware dat wel geweest en zeker bij de laatste wijziging waar de inventarisatie is gemaakt van bedrijven die in de laatste wijziging zijn meegenomen als zijnde een legalisatie, is dat ook nxet gebeurd. In 1980 is er een bouwvergunning op grond van het vigerende bestemmingsplan geweigerd. Men heeft willens en wetens nu een aktiviteit gepleegd in strijd met alle wettelijke bepalingen. Het college heeft daarop gereageerd door een aanschrijving te doen waarin het voornemen werd kenbaar gemaakt om, als geen gevolg werd gegeven aan herstel in de oorspronkelijke situatie, dat dan middels dwang dat zou worden afgedwongen. Betrokkene heeft daartegen beroep aangetekend. Dat beroep is, nadat betrokkene in gelegenheid is gesteld dat beroep toe te lichten, ongegrond verklaard door B&W. Er stond hem de volgende weg open. Dat is een schorsingsverzoek te doen bij de Raad van State ten einde te voorkomen dat de dwang zal worden uitgevoerd, maar tegelijkertijd had een beroep aangetekend moeten worden bij de Raad van State om het standpunt, het besluit wat door B&W genomen was, om dat ongedaan te krijgen. Het schorsingsverzoek is wel gedaan. Het beroep tegen het besluit van B&W is niet ingesteld. Dat is ook de overweging geweest dat nu recentelijk de Raad van State het schorsingsverzoek niet ontvankelijk heeft verklaard omdat de Raad van State niet in de gelegenheid was het eventuele beroepschrift te toetsen aan het belang. Dat is een belangwekkende situatie om te kunnen beoordelen wat ons op dit moment te doen staat. De hele affaire heeft nogal wat gemoederen in beweging gebracht. Dat schijnt op zich niet zo speciaal te zijn in Rijsbergen maar het heeft dermate veel aandacht gekregen dat van verschillende zijde pogingen zijn ondernomen om betrokkene tegemoet te komen. Dat is op zich een goede zaak, maar als bestuur dient men daarbij wel een aantal zaken in de gaten te houden en in ieder geval op een evenwichtige manier bezig te zijn. Met name wethouder Jochems heeft zich in het college sterk gemaakt om op grond van de ontstane situatie en ook rekening houdende met alle gevolgen en dat zijn niet alleen de financiële gevolgen. Het doet iemand wat als er op zo'n forse manier moet worden ingegrepen, hoewel dit geen uitnodiging is aan anderen om op dezelfde manier te werk te gaan. We hebben geprobeerd rekening te houden met de mogelijkheden die er waren om eruit te komen. Er heeft parallel aan die ontwikkeling, en nogmaals mede op initiatief van wethouder Jochems, ook een gesprek plaatsgevonden met dhr. Puijenbroek, jurist van de N.C.B., die JV i J - i J L J L> it> -Vf J3« SXOO' - iiijlt-'

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1986 | | pagina 116