- 39 - Door allerlei omstandigheden, welke het college wel bekend zijn, zijn de commissie Financiën en het college in een bepaald tijdsparket gedrongen Hij zou het college vriendelijk willen verzoeken, doch echter wel dringend, en dat is een unanieme mening van de commissie, om in de toekomst de commissie en het college, toch die vijf weken weer te geven. Voor het college is het echt haastwerk geworden met allerlei wisselingen van rapporten en ook de afdeling Financiën zelf. Het is een vriendelijke vraag, maar toch wel dringend öm daar aan te voldoen. De rapportages van beide kanten zou hij willen combineren. We hebben zoals bekend onze eerste vergadering gerapporteerd wat eigenlijk niet de gewoonte was. De oorzaak daarvan heeft hij zojuist al gememoreerd. In tweede instantie is het antwoord van de voorzitter weer besproken en onze tweede rapportage. Samenvattend is er in de begrotingsbeschouwing van de diverse fractievoorzitters in algemene zin al het één en ander gezegd, zodat we eigenlijk als commissie op het antwoord van het college weinig aan te merken hebben. Een punt komt wel bij ons naar voren, n.l. de bovenwettelijke uitgaven bij het basisonderwijs. Dat is in eerste instantie nogal een discussie punt in de commissie financiën geweest. In tweede instantie is daar heel wat meer duidelijkheid over gekomen. Misschien als er één rapportage geweest was, was deze duidelijk in eerste instantie al gegeven. Hij wou er wel dit aan toevoegen. Collega Vogels heeft een lange termijnplanning gesteld over Uw antwoord. Daar kunnen wij het echt mee doen. Hij dacht dat drie jaar gesteld was. Hij spreekt nu niet namens de commissie financiën, maar namens hemzelf, als voorzitter. Hij denkt dat de andere commissieleden hem wel kunnen volgen. Hij vraagt waarom men hier geen vierjaarlijkse periode van maakt die gelijk loopt met de raadsperiode. Hij denkt dat dat vlotter werkt. Anders krijgt men het laatste jaar met de oude raad toch weer werk dat men gaat doen voor de nieuwe raad, in welke samenstelling dan ook. De laatste zinsnede die er gesteld is, daar hebben we ons nog even over gebogen. Dat kun je zowel pessimistisch als optimistisch beschouwen. Van onze kant hebben we geprobeerd het toch optimistisch te houden, maar hij dacht niet dat erin het verleden erge schaafwonden aangebracht zijn tussen beide instanties, zijnde commissie financien namens de raad en het schoolbestuur. Dat wij op de goede weg voort willen gaan, daar zijn we raadsleden voor. De voorzitter dankt de heer Martens en vraagt of andere raadsleden nog iets willen opmerken. Dit is niet het geval. De voorzitter wil de heer Martens nog wel antwoorden op zijn vraag namens de commissie om het college er aan te houden dat een termijn van 5 weken gewoon noodzakelijk is. Hij kan toezeggen dat het college graag aan die wens zal voldoen. Desondanks wil hij toch de opmerking maken dat er, ondanks de korte periode, toch voortreffelijk werk is geleverd. De voorzitter zegt dat men over gaat naar de kapitaaldienst.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1985 | | pagina 93