- 8 -
men die zaak definitief hersteld. Men heeft toen in eerste instantie
getracht om die zaak via de verzekering vergoed te krijgen. De school-
verzekering echter omvat alleen maar verzekering van storm en diefstal, maar
niet voor inbraak. Gedeeltelijk heeft de verzekering die zaak wel vergoed,
nl. de video-recorder. Nadien toen de afwijzing teruggekomen is, heeft
het schoolbestuur getracht om de overgebleven schade a 1.550,00
vergoed te krijgen via de voorzieningen die vallen onder artikel 72
der lager onderwijswet 1920. Het schoolbestuur is zelf ook de mening
toegedaan dat het wel iets te lang is blijven liggen. Het schoolbestuur
vindt net als het college dat van het advies van de inspecteur afgeweken
kan worden. Het college vindt nl. ook dat de motivering van de inspecteur,
om de raad te adviseren de zaak niet ontvankelijk te verklaren, dat die
verklaring en die advisering ook niet erg steekhoudend zijn.
Bij de inspecteur heeft het stuk ook bijna een maand ter inzage gelegen.
Vandaar dat het stuk niet meer in augustus in de raad kon verschijnen.
Het stuk is in september aan de raad aangeboden. Hij hoopt in het kort
uiteengezet te hebben waarom het college afgeweken is van het advies
van de inspecteur.
Hij wil er dit nog aan toevoegen, in het verleden is men bij aanschaf
van gereedschappen en apparatuur om het onderwijs te bevorderen, ook
afgeweken van een advies.
Dhr. Verpaalen zegt dat het een aardig verhaal is van de wethouder maar
dat dat ook geen hout snijdt. Het schoolbestuur weet toch wel waarvoor
zij wel of niet verzekerd is. Als het inderdaad zo zou zijn, dat men
geprobeerd heeft in eerste instantie elders verhaal te maken, dan nog
denkt hijis het schoolbestuur voldoende op de hoogte van de gang
van zaken dat zij in een dergelijk geval ook zo snel mogelijk, als zou
blijken dat men het daar niet kan declareren, om het dan bij de gemeente
te declareren.
Hij denkt niet dat men hier in alle redelijkheid kan praten over een
zorgvuldige handeling. Hij denkt dat, door het feit dat er duidelijk met de
bescheiden die er liggen geprobeerd is om de zaak anders voor te stellen,
althans wat betreft de datering, het inderdaad verstandig is om dit krediet
niet goed te keuren.
Mevr. van den Bemd zegt dat dhr. Verpaalen al voor een groot gedeelte
verwoord heeft wat zij wou zeggen. Het is natuurlijk best mogelijk dat die
inspecteur de zaak enkele weken laten liggen heeft, maar dat kan ook de
reden gehad hebben dat hij met vakantie geweest is. Zij is nog steeds van
mening dat er geen steekhoudende argumenten tegenoverstaan die dit krediet
zouden rechtvaardigen. Zij denkt dat men dan in de toekomst het beleid
moeilijk terug kan draaien en zeker niet, als inderdaad vanaf 1 augustus de
nieuwe wet op het basisonderwijs van kracht geworden is zodat de
gemeente geen beroep op het rijk kan doen om enige centen uit dergelijke
aanvragen te declareren. Dat is eigenlijk haar argumentatie
om dit niet goed te keuren.
Dhr. Vogels zou graag antwoord hebben op z'n vragen. Hij heeft gevraagd
waarom men geen politierapport heeft gehad. Hij heeft gevraagd naar de
afschrijvingstermijn van het gerepareerde verwarmingstoestel en hij heeft
gevraagd hoe het met de datering zit.
Hij heeft op zich niet zo'n probleem om dit te betalen mits de korting
regeling wordt toegepast omdat namelijk uit de praktijk weieens blijkt,
dat het zelfs moeilijker is om precies de weg te volgen, temeer om dat
de rekening van de verwarmingsmaatschappij pas in mei is gekomen.