- 35 - Hij wil doen nagaan of dat besprekingsverslag beschikbaar is. Als dat zo het geval is dan zal het college dat alsnog voor de raad ter inzage leggen. Om de problematiek van het terrein Brabant Chemie af te ronden komt hij weer terug bij de heer Goosdie gezegd heeft om daar bijvoorbeeld meerdere bedrijven in de overblijvende loods te plaatsen. Theoretisch kan dat, maar omdat het college zich voor het feit geplaatst ziet dat zij een zeer nadrukkelijke opdracht hebben van de raad om de aanwezige bedrijven binnen de gemeente-grenzen te behouden, lijkt het hem ook voor de hand liggend om op de eerste plaats te kijken naar een verplaatsing van elders binnen de gemeente naar die lokatie, zodat het college de zekerheid heeft dat die bedrijvigheid ook in deze gemeente blijft, en zo mogelijk kan bijdragen tot uitbreiding van werkgelegenheid. Het college is echter niet bekend dat anderen, meerderen, gezamenlijk in die ene loods gevestigd zouden willen worden. Met betrekking tot de opmerking van de heer Goos omtrent het evenemententerrein, beaamt hij dat het juist is dat een groen hart voor Rijsbergen belangrijk is, maar aan alles hangt een prijskaartje. Hij kan namens het college nog eens herhalen dat m.b.t. het evenementen terrein het college op dit moment eerder de toer op wil gaan, om gespreide activiteiten die thans binnen de grenzen van Rijsbergen plaatsvinden, op die plaatsen vooralsnog te behouden, mogelijkerwijs met geringe aanpassingen. Voor investeringen acht het college de mogelijkheid op dit moment zeker niet aanwezig. Mevrouw van den Bemd, de heer Vogels en de heer Verpaalen hebben gesproken over de nota's. Nota's zijn nota's. Nota's kunnen vooraf gegaan worden door notitie's. Het is uiteindelijk de bedoeling dat het college een afgerond geheel per onderwerp aan de raad presenteert. Dat zal mogelijkerwijs kunnen gebeuren in een afgeronde nota. Het zou ook best kunnen zijn dat de raad middels de commissies ook tussentijds een gedachtenwisseling wil hebben of informatie zal verstrekken. Voor zover dat betrekking heeft op het inhoudelijk functioneren van de commissies denkt hij dat de raad en hij inderdaad van mening verschillen wat commissies op dit moment in de huidige constellatie doen en wat ze eigenlijk op grond van de gemeentewet zouden behoren te doen. Hij denkt dat ook dat juist een element is als men praat over de bestuurlijke organisaties, dat dat niet alleen betrekking heeft op het functioneren van het ambtelijk apparaat in relatie naar de raad, maar dat daar tevens ook bij betrokken moet wordBn het functioneren, de werkwijze van de raad en zijn commissies zelf. Anders komt men daar nl. niet op een verantwoorde manier uit. En voor zover er geen commissie is, wat let ons om pragmatisch te werken en daar waar de communicatie binnen de huidige werkwijze niet bij de raad terecht zal komen zal het college niet schromen om stappen te ondernemen om die openingen dan wel te maken. Hij denkt dat men niet al te snel met extra commissies moet gaan werken omdat dan het gevaar ontstaat dat de normale commissies buiten spel dreigen komen te staan. Hij denkt dat hij voor zover het zaken betreft die in zijn portefeuille zittentoch zal moeten werken via de commissie financien en mogelijkerwijs dat hij met de voorzitter van de commissie financien zal overleggen hoe de werkwijze van de commissie op dat onderdeel zou kunnen worden aangepast.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1985 | | pagina 89