- 2 - De voorzitter zegt dat het college naar aanleiding van deze rapportage zich beraden heeft omtrent eventueel te nemen maatregelen. Met betrekking tot de administratieve organisatie kan hij mededelen dat men daar op niet al te lange termijn in de raad zal terugkomen. Wat de problematiek huurachterstand betreft, daarvan zegt hij dat dat inderdaad een stuk zorg is. Misschien dat die zorg afgenomen kan worden door te wijzen op het feit dat in de huurcontracten de verplichting is opgenomen om vooraf de huur te betalen. In veel gevallen wordt de huur pas achteraf betaald. Daardoor is het eerste verschil ontstaan. Het grootste probleem zit bij diegenen die een achterstand hebben van meedere maanden. Daarvoor worden op dit moment maatregelen getroffen. Hij kan mededelen dat er voor twee gevallen al een regeling is overeengekomen. Het college zal deze kwestie zeer nauwlettend blijven volgen om dit in ieder geval binnen de perken te houden. Hierna worden de ingekomen stukken en mededelingen voor kennisgeving aange nomen 4. VOORLOPIGE VASTSTELLING VAN DE REKENINGEN VAN HET GRONDBEDRIJF, HET WONINGBEDRIJF EN VAN DE ALGEMENE DIENST OVER HET DIENSTJAAR 1984. Dhr. Martens zegt dat de commissie financiën zich met de rapportage die zij gesteld hebben en het antwoord daarop kan verenigen, mits er echt aan gewerkt wordt. De voorzitter zegt dat hij toe kan zeggen dat ook dat onderdeel de aandacht zal krijgen. Vervolgens worden de rekeningen van het grondbedrijf, het woningbedrijf en van de algemene dienst over het dienstjaar 1984 vastgesteld. 5. VASTSTELLING VAN DE BEGROTINGEN VAN HET GRONDBEDRIJF, HET WONINGBEDRIJF EN VAN DE ALGEMENE DIENST VOOR HET JAAR 1986. De voorzitter wil voorstellen om de punten a en b te voegen, d.w.z. dat bij de algemene beschouwingen men beide elementen kan betrekken. Hij denkt dat dat het meest efficiënte is. Dhr. Martens vraagt of hij een voorstel mag doen om de commissie financiën pas aan de orde te laten komen na de begrotingsbeschouwingj wanneer men de specifieke onderdelen gaat behandelen. De voorzitter zegt dat het dan wel gesplitst is^ maar dat betekent dat de woordvoerders daar dan ook rekening mee moeten houden. Hij zou zich kunnen voorstellen dat in de algemene beschouwingen beide elementen toch worden meegenomen. Dat betekent dat de vraag van dhr. Martens er betrekking op heeft, dat wanneer de fractievoorzitters in eerste instantie aan het woord geweest zijn, alvorens het college schorst voor beraad, de voorzitter van de commissie financiën het woord krijgt, want anders wordt dhr. Martens overgeheveld naar de tweede instantie. Voor alle duidelijkheid moet men even vaststellen of dhr. Martens in de eerste instantie èn in de tweede instantie eventueel wenst te spreken. Of alleen in de eerste instantie, of alleen in de tweede instantie.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1985 | | pagina 56