r - 13 - gevolge van de aanleg van de riolering erg slecht geworden is, gaat gebeuren. Dhr. Goos zegt dat hij het voorstel bestudeerd heeft. Hij heeft zojuist een alternatief plan gehoord van wethouder Nooren. Zijn mening is om toch heel het plan uit te voeren en zelfs nog verder te gaan. Dat heeft te maken met de hele milieuwetgeving. Hij denkt aan de vuilwaterlozing en de bodemverontreiniging waarop binnen een niet afzienbare tijd behoor lijke heffingen opgelegd zullen worden. Op dat moment is iedereen verplicht om aan te sluiten. Volgend jaar heeft men nog maar recht op 60% subsidie. In feitemist men dan al 20%. Hij denkt dat men volgend jaar weer zal moeten uitbreiden. Die zullen uitkomen op 60% subsidie. Hij weet echter niet in hoeverre het mogelijk is om een enquête te houden om de stukken in Rijsbergen die druk bevolkt zijn te bekijken en hoeveel mensen daarvan aan willen sluiten. Hij zou toch proberen iets meer op die 80% te schuiven. Dhr. Verpaalen vindt het ook erg jammer dat noch het college noch de raad, destijds wat voortvarender is geweest om te streven naar een zo groot mogelijke dichtheid van aansluitingen over de gehele gemeente. Dat is jammer. Men kan nu nog een stuk van die fout goedmaken door zoveel mogelijk waar het enigszins kan gebruik te maken van de subsidie. En met deze subsidie zoveel mogelijk straten aansluiten op riolering en gas. Hij heeft zojuist al van de wethouder gehoord dat het eerste project dat gemaakt is, dat daar toch nog een aardig overschot opzit. Hij denkt dat men niet meer volgend jaar moet zeggen van! had men nou vorig jaar maar meer gedaan. Want dan is men weer duurder uit. Hij denkt dan ook dat men de gehele gemeente in kaart moet brengen wat betreft gas en rio lering om te proberen zoveel mogelijk te realiseren. Pas dan weet men exact wat de financiële consequenties zijn. Hij denkt ook dat de bevolking dan pas precies weet wat er eventueel kan gebeuren, als men na 1989, wanneer er geen subsidie meer beschikbaar is, gedwongen wordt om op volledig eigen kosten de zaak aan te sluiten. Dan kan het wel eens een erg dure geschiedenis worden. Het is nu al duurder dan vorig jaar en begin dit jaar. Hij denkt als men extra kosten wil vermijden in de toekomst, dat men nu erg voortvarend te werk moet gaan, om een zo'n groot mogelijk gedeelte van de gemeente op die drukriolering en het aardgas te krijgen. Dat kan alleen, denkt hijals er een goede beoordeling en goede inventarisatie van de aansluitmogelijkheden en aansluitpercentages zijn^ en er op basis daarvan zo snel mogelijk een berekening gemaakt wordt, die ook weer zo snel mogelijk in de raad komt ter beoordeling en voor votering van het krediet. Dhr. Nooren zegt dat hij zal proberen eerst dhr. Verpaalen antwoord te geven. Dhr. Verpaalen zegt dat het jammer is dat er niet meer 100% aansluitingen gebeurd zijn. Men weet met z'n allen dat de drukriolering in Rijsbergen eerst een moeilijke start gehad heeft. Het kwam heel langzaam op gang. Er was vv wat terughoudendheid bij de mensen. Toen was nog niet bekend dat die wet zo snel zou komen en welke uitwerking die wet zou hebben. Terugdraaien van de subsidie was wel bekend>maar iedereen dacht dat dat waarschijnlijk wel mee zou vallen. Bovendien, dat is misschien ook wel één van de redenen dat er niet voortvarender gewerkt isalthans op die manier als dhr. Verpaalen zich voorstelt, er is geen enkele vergadering van de raad, nadat de start gegeven is van drukriolering eerste fase, waar de raad geen kritiek had. Er was kritiek op het uitvoeren van dat werk dat hij op een gegeven moment gedacht heeft, de raadsleden zullen het wel beter weten dan hij. Nu alles toch afgewerkt is blijkt dat het in Rijsbergen niet erger is dan in andere gemeenten. Hij wil dan ook tevens een antwoord geven op het gestelde van dhr. Snepvangers. Als hij ziet hoe in andere gemeenten afgewerkt is en als hij ziet hoe het hier afgewerkt is, dan denkt hij rfht het moeilijk zoeken zal zijn om een

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1985 | | pagina 13