13 worden wat de verdere kosten zijn. Verder komt er naar voren wat er moet gebeuren om het rioleringsplan, wat er nu ligt, zover beschikbaar te maken dat de over storten met die fre quentie mogen gebeuren die het Hoogheemraadschap als voor waarden stelt. Het is te voren niet te zeggen welke voorzie ningen er getroffen moeten worden. Het zouden geen voorzie ningen kunnen zijn. Het zouden toch voorzieningen kunnen zijn, die inderdaad wat meer kosten als dit bedrag. Van de andere kant kunnen we dan natuurlijk ook zeggen, dat we nog voordeliger uit zijn, want als we de zaak goed onder ogen hebben, dan kan men constateren inderdaad dat in eerste in stantie nl. 1977, dat er toen gesproken werd van 2 miljoen. De wethouder krijgt dan inderdaad het verwijt dat hij daar in eerste instantie niet mee naar voren gekomen is. Wanneer iemand in onderhandeling is, en die gaat in de openbare raadsvergadering al toegeven dat hij verloren is, dan kan hij bij de onderhandelingen niets bereiken. Wanneer we dan zien dat er toen gesproken werd over een investering van 2 miljoen, en het zou nu uit kunnen komen misschien op dit bedrag, en er komt nog een ton bij, dan denkt hij dat hij, door de zaak niet in de openbaarheid te brengen, dat er mis schien toch wel kosten daaruit voort zouden komen en dat hij toch iets voor de gemeente verdient heeft. De raad weet even goed als hij, wanneer men zichzelf bloot gaat geven en er zijn nog steeds onderhandelingen bezig, dat men op een gege ven moment aan het kortste eind trekt. Wanneer men hier in cle raadsvergadering openbaar gaat zeggen dat dit wel geld gaat kosten, en gaat daarna onderhandelen met het Hoogheem raadschap, dan is men een verloren man. We hebben toch nogal wat verdient met de zaak op de lange baan te schuiven. Hij verbindt hier wel de opmerking aan vast, dat wanneer wij dit eerder geweten hadden, dan had ons investeringsplan er anders uit kunnen zien. Dit had echter in zijn totaliteit niet veranderd. Wij hadden gehoopt dat G.S. een uitspraak zouden doen. Er was naar de gemeente toe geadviseerd door de ambtenaren dat G.S. ook wel in die richting zou beslissen. Dit versterkte ons in onze onderhandelingspositie. Het gaf ons ook weer wat moed. Maar gaande de onderhandelingen en met de uitspraken van G.S., kwamen wij als gemeente iets zwakker te staan. Daarbij kwam nog dat ook in Zundert, die dezelfde gedachten en uitgangspunten hadden als wij, een on derzoek in deze geest is gebeurd, en daar hoefde geen voor zieningen te gebeuren. Wat onderhandelingen betreft staan wij op dit moment alleen.In Zundert hoeven geen uitbreiding en te gebeuren, maar moet alleen wat vernieuwd worden. Dit is ons althans verzekerd, ook door het Hoogheemraadschap. Het Hoogheemraadschap heeft van het begin af aan gezegd dat die kosten voor Rijsbergen zijn. Wij hebben van het begin af aan geprobeerd dat af te houden, dat heeft ook nogal wat be sprekingen gekost. Uiteindelijk is het Hoogheemraadschap wat soepeler geworden. Men heeft ons verteld dat, zolang Zundert niet aangesloten is, hoeven wij niet meer bergingscapaciteit te hebben, want het gemaal kan voldoende verzetten om de stroom van Rijsber gen op te vangen. Daarom is door het Hoogheemraadschap ook niet direkt de eis op tafel gelegd dat het moet gebeuren en dat anders niet aangesloten mag worden. Het andere probleem is dat wanneer Zundert aangesloten is, en dat schijnt op korte termijn te gaan gebeuren, dan zal bij een behoorlijke regenbui de overstort nogal eens een >i n mi' Q I ,lj ■f'oort p *4 i. tl i qx 1. >r If1 f( I Jt r t "j Of T<HM? Xffl nib :i >l

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1985 | | pagina 124