dat wij nog wachtende zijn op een uitspraak van V.R.O.M. die
de laatste zet moet geven om het plaatje compleet te maken.
Daar zitten ook kosten aan vast, dat kan mee vallen, dat
verwachten wij dan ook, maar het kan ook tegenvallen, en dat
verwachten wij niet maar dan is het voor de raad duidelijk
zichtbaar. Dat betekent dat niet alleen de commissieleden
daarbij betrokken zijn maar dat ook de andere raadsleden
daarover inzage krijgen En dan is het te verwachten dat
wij omstreeks januari of februari discussie kunnen hebben
over verdere voortgang van die reiniging ter plaatse. Hij
verwacht ook dat tegen die tijd ook duidelijkheid zal zijn
met betrekking tot de toekomstige bestemming, zodat wij een
totaalbeeld hebben, omdat na de reiniging er een mogelijke
vestiging van een bedrijf kan plaatsvinden.
Hij denkt dat het ook voor de raad van belang is om te weten
wat het kostenplaatje is, maar dan gedacht in de opbreng
stensfeer, om te kunnen beoordelen wat per saldo de kosten
zullen zijn voor de gemeente Rijsbergen voor de reiniging
ter plaatse.
Er is een opmerking gemaakt over de correspondentie van het
college met de Milieugroep Zundert. Wij hebben gemeend de
Milieugroep te moeten beantwoorden zoals is gebeurd. Er is
inderdaad verwijzing geweest naar de wet afvalstoffen. De
vrijheid om als gemeente te kunnen handelen is middels wet
geving dusdanig beperkt dat wij niet ongelimiteerd ons eigen
beleid kunnen uitstippelen, maar wel degelijk aan wettelijke
bepalingen zijn gebonden, en dat in dat stramien het noodza
kelijk is ook om bijvoorbeeld met de provincie in contact te
treden hoe bepaalde zaken worden aangepakt. De raad weet ook
dat er inmiddels een stuk wetgeving tot stand is gekomen wat
inhoudt dat de vervuiler betaalt. Hetgeen niet inhoudt dat
wanneer men iets constateert, dat daarmee de schuldige
direct bekend is, dat zal vaak gepaard gaan met civiel-rech-
telijke procedures om dat aan te tonen en om vervolgens ook
de vervuiler aansprakelijk te kunnen stellen in financiële
zin.
Dat neemt niet weg dat wij luchthartig om deze zaken heen
lopen. Het blijft een kwestie van alert zijn en op de situa
ties zoals zij zich voordoen ook inspelen. Dat betekent ook
dat wij dat gaarne willen doen in overleg met groeperingen
die zich ook in willen zetten voor het behoud van ons
milieu.
Er is een opmerking gemaakt over de vergadering van 29 april
1986. Wij hebben inderdaad de bedoeling om naast de instal
latie van de nieuwe raad en de verkiezing van de wethouders
toch te trachten, gelet op de data-pl anni ng die er achter
zit, zo mogelijk te komen tot samenstelling van de commis
sies. Dat is wat speculeren omtrent datgene wat mogelijk is,
omdat tussen de uitslag van de verkiezingen en de installa
tie van de raad amper 6 weken zit. Dat is voor de eerste
keer een nieuwe situatie, maar hij denkt dat men er toch
naar zal moeten streven om op 29 april 1986 weer een be
stuursorgaan te hebben, die de zaken van de gemeente Rijs
bergen op een goede manier kan behartigen. En daar hoort ook
bij, gelet op het feit dat wij op 15 mei weer raadsver gade-
ring moeten hebben, dat wij toch moeten proberen om op 29
april die commissie-samenstelling rond te hebben.
De ingekomen stukken en mededelingen worden vervolgens voor
kenni sgevi ng aangenomen