- 7 - De bijenhouders in het dorp zijn hobbyisten. Dat zijn ook de bijenhouders in het buitengebied. Als hij in de bebouwde kom bijen wil houden, dan kan hem dit niemand beletten op dit moment, want in de A.P.V. kan hij niet vinden dat hij in de bebouwde kom geen bijen mag houden. Alleen zal hij dit niet doen omdat hij misschien de buurman last kan bezorgen. Dan wordt er een aanvraag gedaan van de bijenhouders- bond om daar eventueel een bijenstal voor de hobbyisten uit het dorp net op de rand van het dorp te hebben zodat de mensen in de kom er geen last van zouden hebben, en dan wordt er gesteld dat de agrariër dit maar moet ondersteunen. De bijen die op de stand komen te staan zullen ook niet veel verder vliegen dan het dorp, want die hebben maar een reikwijdte van hooguit lh kilometer, anders kunnen ze de weg niet terugvinden. Dus daar hebben de agrariërs cok niets aan. Deze bijenstand wordt gebouwd enkel voor de mensen die in het dorp wonen en als hobby hebben bijen houden, maar op dit moment niet aan hun hobby toe kunnen komen. Dan vindt hij het toch jammer dat op deze manier die 1.500,eraf geknabbeld wordt. Daarna is dit weer in het college gekomen en het voltallige college heeft dit ook weer geaccepteerd. Hij durft niet te vragen om dit voorstel aan te houden want dan komt men volgende keer misschien met 3.000, Hij zou toch willen pleiten voor 6.500, De heer Daemen zegt dat hij er in de commissie ook over gesproken heeft. Het gaat nl. over eigendomsrecht van die bijenstal. Hij vindt persoon lijk dat wanneer men geld beschikbaar stelt voor die bijenstal, dat het toch wel prettig zou zijn dat de gemeente daar eigenaar van bleef. Er komt bij dat de leden deze stal zelf bouwen. Als zij deze stal dan ook nog zelf zouden onderhouden, dan zou men een symbolisch huurbedrag kunnen vragen, maar dan blijft men als gemeente toch eigenaar van die bijenstal. Dan komt men nooit voor verrassingen te staan en het kost de bijenhoudersbond niets. Zijn voorstel is dus dat de bijenstal eigendom blijft van de gemeente en betaling van een symbolisch huurbedrag van de bijenhoudersbond aan de gemeente. Mevrouw van den Bemd zegt dat in het betoog van de heer van Aert tot uiting komt dat de commissie welzijn enigszins onzorgvuldig gehandeld heeft. Zij denkt dat men zeer serieus en heel zorgvuldig te werk is gegaan en dat daaruit het bedrag te voorschijn is gekomen. Als tweede punt heeft hij gezocht naar een verslag van het voorstel van 7 mei 1983, en zij denkt dat dat 7 mei 1985 moet zijn. Verder wil zij zich bij de heer Daemen aansluiten want zij heeft hergens kunnen vinden wie en wat de zaak gaat beheren en onder welke voorwaarden. Zij zou daar toch graag enige duidelijkheid in willen hebben De heer Nooren antwoordt op het gestelde van de heer van Aert of het dan nog zin heeft om een bijenstal te bouwen als de reikwijdte maar lh kilometer is. Dan lijkt het hem dat de bijen meer verplaatst moeten worden. Wanneer men dan degenen die een bijenvolk willen gaan houden, met meerderen op een plaats bij elkaar brengt terwijl er al meer bijenhouders zijn, dan denkt hij dat men daar verdringing van de mogelijkheden krijgt. Dit is nooit zo tot uiting gekomen maar zijn gedachte was wel dat de bijen iets verder gingen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1985 | | pagina 85