-2- De heer Daemen verwijst naar blz8 bovenaan. Daar zegt de voorzitter dat hij schriftelijk antwoord zal krijgen. Hij heeft echter geen schriftelijk antwoord gekregen. De voorzitter antwoordt dat dat inderdaad nog niet gebeurd is maar dat hij alsnog antwoord zal krijgen. De notulen worden vervolgens vastgesteld. 3. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN. De heer Vogels vraagt of men iets meer kan zeggen over punt 4. Er wordt gesproken over stank, maar volgens de milieudienst is het spul wat gebruikt wordt reukloos. Dus dat kan niet. Is het spul wat gebruikt werd ten tijde dat de heer Mol geklaagd heeft een nieuw produkt of hebben zij dat al meer gebruikt. Hoe zit dat? De voorzitter zegt dat hij er het volgende over kan zeggen. We praten hier alleen over luchtverontreiniging. Er is gisteren een gesprek geweest met de directeur van de G.G.D. van het Stadsgewest Breda en één van de directie—leden van Brabant Chemie en hemzelfen daar zal een rapport over komen. Maar de stof waar hier over gesproken wordt is uit de produktieDat wordt niet meer vervaardigd. Er komt een verhaal van de directeur van de G.G.D. De heer Vogels verwijst naar punt 7. Daar staat dat dit in handen gegeven wordt van het college. Hij vraagt wat men hier precies mee bedoelt. De voorzitter zegt dat dat nieuwe brieven zijn die binnengekomen zijn n.a.v. ingediende bezwaren. Die dienen dan eerst in handen geste-ld te worden van B&W om vervolgens aan de rest toegevoegd te worden. De heer Vogels vraagt of er van de gesprekken die beloofd zijn al het een en ander gerealiseerd is. De voorzitter antwoordt dat dinsdag in de B&W-vergadering die zaak aan de orde is geweest en zodra de chef ruimtelijke ordening terug is, maandag a.s., dan zal er een datum geprikt worden om een gesprek te arrangeren Mevrouw van den Bemd vraagt of het gesprek waar de voorzitter op doelt, of dat betreft het overleg met de mensen of betreft dat een horing? De voorzitter zegt dat dat gewoon een overleg is. Mevrouw van den Bemd vraagt of dat overleg op zo kort mogelijke termijn kan De voorzitter antwoordt dat dat gesprek op zo kort mogelijke termijn zal plaatsvinden -Ito/C

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1985 | | pagina 80