- 5 - De heer Vogels zegt dat dat niet helpt want toen heeft men ook niet geluisterd. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat men nu wel naar hem zou luisteren. De voorzitter zegt dat tot voor kort het zo was dat er noch voor grote, noch voor kleine percelen belangstelling bestond. Nu trekt de markt toch schijnbaar wel aan, niet voor grote maar wel voor wat kleinere percelen. Daarom hebben wij gezegd dat we moeten gaan bekijken hoe dit aan te pakken. De mogelijkheden waren niet al te groot, omdat er al bebouwde percelen inliggen. Het gaat er nu om dat er van 6 percelen 9 gemaakt worden, en 3 keer van 3 percelen 4. Dus het gaat in totaal om een uitbreiding met 6 percelen. Er zijn inmiddels 6 aanvragen binnen om een verkleind perceel. Het is ook zo dat wij ureeds in februari een verkleind perceel aan uw raad hebben aangeboden, en dat is verder zonder enige discussie gepasseerd. Hij geeft toe dat dit natuurlijk ingrijpender is. Als er over gepraat moet worden dan denkt hij dat dat ook nodig is, maar in iets andere vorm. Er liggen nu al bezwaarschriften, zowel aan het college als aan de raad. En de brief die aan de raad gericht was dient eerst B&W te passeren, vandaar dat die niet voor de raad ter inzage heeft gelegen. Bovendien was deze brief voor een aantal raadsleden dan ook veel te laat geweest. Mensen die dan de stukken zouden hebben ingezien zouden dan terecht de opmerking kunnen makendat die brief er niet bij lag. Hij denkt dat men in dit geval ook de tijd moet hebben, want een brief die nog maar enkele dagen binnen is kan ook nog op de volgende raadsagenda geplaatst worden. Dus dat overleg komt er, maar dan wel in de vorm zoals het juridisch hoort n.l.: behandelen van bezwaarschriften eerst in het college en daarna in de raad. Wat het laatste betreft denkt hij dat het goed is dat die zaak eerst verwezen wordt naar de commissie Ruimtelijke Ordening, waar dat bezwaar behandeld gaat worden. Dan handelen wij formeel ook juist. Wij moeten ons natuurlijk wel bedenken dat er in de Laguiten toch nog wel voor lh miljoen te verkopen grond ligt. En dat het jaarlijks renteverlies op het moment is 135.000,--. Met deze 6 aanvragen hebben we grond te verkopen van ruim 420.000, Hij constateert dit alleen maar. Het is aan uw raad om te zijner tijd te beslissen wat men daar mee wil, want het is inderdaad een belangenafweging enerzijds tussen de bezwaarmakers, anderzijds tussen de kandidaat-bouwers. En dan gaat het er om wat hier het algemeen belang is, en welk algemeen belang moet dan preveleren. We moeten ons natuurlijk wel realiseren dat als we er bezwaren procedures aan over houden, dat dan de animo bij de kandidaat kopers wel eens over kan zijn. Want als er op een gegeven moment bezwaren tot en met de kroon doorlopen dan weet men dat dat drie jaar kan duren. Hij denkt niet dat die kandidaat-kopers daar geduld voor hebben.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1985 | | pagina 45