- 3 - 4. VASTSTELLING 3e WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING VOOR DE GEMEENTE RIJSBERGEN. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 5. WIJZIGING PACHTCONTRACT MET P.A.J. NOOREN TE RIJSBERGEN. DhrGoos zegt dat hij er geen problemen mee heeft om dit perceel te verhuren aan de heer J. Nooren maar hij denkt er wel aan dat in de toekomst zo'n perceel nog gebruikt moet worden om eventueel te verwerven gronden mee te betalen die nodig zijn voor de fietspaden. Iedere verzwaring momenteel betekent een waardevermindering van een stuk grond Maar zolang niet aangetoond is dat de fietspaden financieel niet haalbaar zijn stelt hij voor dit zolang aan te houden. Voor de rest heeft hij er geen enkel probleem mee dat straks dhr. J. Nooren kan gaan huren. Dhr, van Kuijck zegt dat zijn verhaal eigenlijk op hetzelfde neer komt. Hij vindt het een zeer normale zaak dat hij de grond bij zijn bedrijf blijft behouden. Ze hebben deze grond ook al jaren in gebruik. Hij gelooft als we straks zaken moeten gaan doen met de fam. Nooren dat we wisselgeld op zak moeten hebben en dat deze grond daar een goed object voor is. Verder heeft hij er helemaal geen bezwaar tegen dat dit doorgevoerd wordt. Ook hij vindt het beter dit even aan te houden om ons zelf veilig te stellen straks bij de aanleg van het rijwielpad. De voorzitter zegt hierop dat in dit geval van wisselgeld geen sprake is/ want dit perceel is al vanaf 1949 in pacht. De pachtwet is per 1 november 1984 gewijzigd. Er is een nieuw artikel 49a tussen gekomen en daar wordt deze mogelijkheid geboden. Hij zegt dat de intentie die er achter zit hij goed begrijpt maar dat het voor dit geval niet op gaat. Bovendien denkt hij, als er van wisselgeld sprake zou kunnen zijn,dat men dat zeker niet kan beperken tot één perceel maar dat er meerdere percelen bijgehaald zouden moeten worden. Zover wil hij echter nog niet gaan. De pachtwet is er heel duidelijk over. Wat U stelt is in de praktijk gewoon niet uitvoerbaar. DhrGoos interrumpeert en zegt dat de voorzitter doelt op het nieuwe artikel, dat is in de plaatsstelling van de huidige pachter door de pachtkamer. Hij heeft het echter over "in de plaatsstelling" Dat is heel iets anders dan hier gevraagd wordt. De voorzitter antwoordt dat dat nu juist geregeld is in artikel 49a. Het is volkomen duidelijk in de pachtwet. DhrGoos zegt dat als het omgekeerd zou zijn het toch anders zou liggen. De voorzitter vraagt wat dhr. Goos daarmee bedoelt. Dhr. Goos antwoordt dat hij bedoelt als dhr. Nooren eigenaar was. De voorzitter zegt dat dat niet ter zake doende is. Dhr. Goos zegt dat iedere verzwaring momenteel een waardevermindering betekent voor dat perceel. 4

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1985 | | pagina 3