- 16 -
Dhr. van Kuijck zegt dat hij begrepen heeft dat het college het van het begin af
aan eens was met dit plan. Nu schijnt het college het er niet mee eens te zijn.
De voorzitter zegt dat dit een volkomen duidelijke zaak is. Hij denkt dat men
in dit geval de welstandsbepalingen moet aanhouden. Bovendien loopt men
de kans dat er bezwaren tegen zo'n bouwplan ingediend kunnen gaan worden. En
als dan het welstandsadvies ook nog afwijkt dan kan men het wel vergeten.
Dhr, van Kuijck zegt dat er in het verleden toch ook wel afgeweken is van
adviezen van welstand.
De voorzitter zegt dat inderdaad wel eens afgeweken is van welstandsadviezen
maar dat waren kleinigheden, bijvoorbeeld een dakkapel.
Dhr. van Kuijck zegt dat hij de zaak Douenburg op de markt nou niet bepaald
een kleinigheid noemt.
De voorzitter zegt dat dhr. van Kuijck weet hoe dat gekomen is omdat hij toen
zelf in het college zat. Het ging in dit geval om een gevel van een huis en dat
is heel wat anders dan het complex waarover wij nu zitten te praten.
Dhr, van Kuijck zegt dat men de ontwikkelingen wel zal afwachten.
De voorzitter zegt dat hij zou willen adviseren dat men eerst de welstands
adviezen leest en dat men dan waarschijnlijk tot heel andere conclusies komt.
Dhr. van Aert zegt dat er in de commissie openbare werken gesproken is over
het stuk weg Hogestraat vanaf de sluis tot en met de brug. Er is in het verslag
opgenomen dat dat gedeelte in de vergadering van april meegenomen zou worden.
Hij heeft in de commissie openbare werken gezegd om pas te gaan verharden nadat
de nutsvoorzieningen aangesloten zijn voor de betreffende voorzieningen.
Hij zou graag willen hebben dat het stuk toch dit jaar nagezien wordt^ want dat
is één van de slechtste wegen in Rijsbergen. Zijn tweede vraag gaat over de
drukriolering. Er wordt vaak gesproken over werkgelegenheid. De drukriolering
is nu een object dat werkgelegenheid geeft, zijn vraag is nu of er in Rijsbergen
niet meer wegen liggen, die toch rendabel zijn, om aangesloten te worden.
Dhr. Nooren zegt dat de laatste vraag van dhr. van Aert hem erg verwondert.
Rijsbergs belang heeft over de drukriolering nogal problemen gemaakt. En nu had
Rijsbergs belang verwacht dat er nog meer voorstellen waren voor drukriolering.
Op de eerste vraag van dhr. van Aert zegt hij, dat inderdaad in de commissie
openbare werken is afgesproken om dit na te zien. Er is met de mensen die
daar gaan bouwen al overleg gepleegd. Wanneer de overige aansluitingen mogelijk
zijn dan kan daar over gesproken worden.
Dhr, van Aert zegt dat het antwoord op zijn vraag over de drukriolering hem erg
vreemd overkomt. Hij vraagt of dit persoonlijk bedoeld is.
Dhr. Nooren zegt dat Rijsbergs belang duidelijk nogal wat problemen gemaakt
heeft over de drukriolering.
Dhr, van Aert zegt dat hij dit vraagt in positieve zin. Er zijn in Rijsbergen
toch nog al wat wegen die op dit moment een rendabele investering zouden zijn/zodat
men die subsidies mee kan nemen en deze wegen aangesloten kunnen worden op de
drukriolering. Hij vindt dit een negatief antwoord van dhr. Nooren.