- 2 - Dhr, van Kuijck verwijst ook naar punt 2 nl. naar de werkgelegenheid waar de ABVA-KABO zich verontrustend over uit laat. Hij zegt dat wij enigszins wel met hun mee kunnen denken want als we de zaak goed nalopen dan is op de afdeling openbare werken het aantal mensen wat er werkt zichtbaar afgenomen door sanering, ziekte etc. Als er personeelsuitbreiding in de gemeente Rijsbergen plaatsvindt^ dan vindt hij dat dit moet gebeuren op de afdeling openbare werken. Over een half jaar zal onze gemeente-opzichter dhr. Adriaensen de gemeente verlaten. Hij gelooft dat men daar in ieder geval iemand voor in de plaats moet nemen en niet alleen voor toezicht maar ook voor de buitendienst. Hij gelooft dat de ABVA-KABO dit goed gezien heeft. DhrGoos verwijst ook naar dit punt. Hij voelt aan dat er in feite op de afdeling openbare werken een onderbezetting zou zijn. Hij zegt dat als dat zo zou zijn dan zou dit duidelijk zichtbaar zijn door een achterstallig onderhoud. Zover hem bekend, is er echter geen achter stallig onderhoud. In de brief wordt gesteld dat bij overbelasting van werk de arbeidsvreugde zou ontbreken. Het ouderwetse handwerk van vroeger levert volgens dhr. Goos geen arbeidsvreugde meer op. Tegenwoordig werkt men echter met moderne machines en dat betekent ook dat er totaal geen achterstallig onderhoud is. Hij vindt wel dat eventuele vacatures in de toekomst opnieuw bekeken moeten worden maar hij gelooft niet dat dit momenteel nodig is gezien het werk wat gedaan wordt Vervolgens verwijst dhr. Goos naar punt 6 van de ingekomen stukken en mede delingen. Hij vindt het een goede zaak dat de correspondentie van het stads gewest Breda met de gemeente Breda voor de raadsleden ter inzage heeft gelegen. Hij heeft deze correspondentie doorgenomen maar hij gelooft wel dat men erg voorzichtig moet zijn. Hij proeft er een beetje uit dat Breda er op uit is om wat meer zeggenschap te krijgen. Hij vindt dat men op moet passen dat de gemeente Breda de dienst uit gaat maken. Hij denkt hierbij o.a. aan verwerving van woningcontingenten. Dat is nl. één van de belangrijkste dingen waar de gemeente Breda heel erg voor is. zij willen nl. graag de Haagse Beemden vol krijgen. Hij vindt dat wij echter aan onze eigen mensen moeten denken. Hij zegt dat de zaak daaromtrent heel goed in de gaten gehouden moet worden. De voorzitter antwoordt op het laatste wat dhr. Goos stelt dat men inderdaad hierop alert moet zijn. Verder is dit iets voor de vertegenwoordigers van het Stadsgewest om daar te- zijnertijd als het nodig is op in te springen. Over de brief van de ABVA-KABO daarvan zegt hij dat het een sterk eenzijdig verhaal is dat erg eenzijdig belicht is. In deze brief rept men nl. niet over verschuiving van de werkzaamheden die er plaats hebben gevonden. Hij denkt hieraan de W.V.M. krachten, de W.S.W. krachten en aan het uitbesteden. De functie van opzichter, die straks vrijkomt door het vertrek van dhr. Adriaensen, zal straks opnieuw bekeken worden hoe we dat zullen oplossen, aldus de voorzitter. Hij zegt dat hem niets bekend is over onderbezetting. Het blijkt inderdaad niet uit de werkzaamheden op dit moment. Hij gelooft dat men dat tezijnertijd nog eens rustig moeten bezien. Hij vindt de brief echter een beetje eenzijdig geschreven en zeker niet objectief. Dhr. Daemen zegt dat arbeid dat uitbesteed wordt> ook arbeidsuren zijn. De voorzitter stelt dat dat inderdaad zo is en dat het daarom een verschuiving van werk is. Hierna worden de ingekomen stukken en mededelingen voor kennisgeving aangenomen

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1985 | | pagina 2