Dhr, van Aert zegt dat het hem nu iets duidelijker is geworden. Nu kan hij zich ook verdedigen ten opzichte van zijn straatgenoten. Mevr. van den Bemd zegt dat het niet om de motivering gaat of men wel of niet met het voorstel mee kan gaan. Zij is blij dat de wethouder akkoord kan gaan met een symbolisch bedrag. Zij denkt dat het volgen van het beleid voldoende is. DhrNooren zegt dat hij het daar niet mee eens is. Het is nu niet het volgen van het beleid maar er is een wezenlijk verschil in deze twee zaken. Wanneer men hier zomaar ja tegen zegt dan denkt de gemeenschap dat de gemeente voortaan ook wel bereid is om een gulden per meter te geven. Dit zijn wezen lijke uitgangspunten. Het college wil wel mee gaan met de heer Daemen. Maar het gaat niet om het kleine bedrag/maar om het principe,en dat is het uitgangspunt bij het college. Bij het volgende agendapunt is het duidelijk anders. Mevr. van den Bemdzegt dat zij kan indenken dat het één tegenover het ander afgewogen moet worden. Zij heeft dat in het begin ook duidelijk gesteld,maar wij zullen de provincie ook nog wel eens een keer nodig hebben. De voorzittervraagt of de raad akkoord gaat zoals de wethouder het geredigeerd heeft. De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders. 5. VERKOOP VAN ENIGE PERCEELSGEDEELTEN AAN RIJKSWATERSTAAT VOOR DE AANLEG VAN RIJKSWEGGEDEELTE AANSLUITING RW 16 - RW 58. Mevr. van den Bemd vraagt om hoeveel meter het gaat voor wegaanleg en watergangen en hoeveel meter gedelegeerd gaat worden aan landbouwgronden. Dhr. Goos zegt dat hier in feite dezelfde situatie voordoet. Wij verkopen een weg we krijgen er ook hopelijk een verharde weg voor terug. DhrDaemen zegt dat hier nog iets anders om de hoek komt kijken. Hier gaat men de waterloop verleggen. Hij weet niet voor wie het onderhoud van de waterloop is, maar dat zal wellicht een stuk duurder worden,want deze waterloop wordt op twee plaatsen verlegd en daardoor veel moeilijker te bereiken. Hij neemt aan dat de ontwatering voldoende aandacht krijgt bij de onderhandelingen Verder kan hij mee gaan met het voorstel van B&W want een groot gedeelte wordt weer landbouwgrond. Hij zou er alleen wel bij willen zeggen dat men op de ontwatering van het buitengebied moet letten dat straks alles goed verloopt. Dhr. Nooren zegt,om met de heer Daemen te beginnen ,dat er duidelijk vanuit het college als eerste eis gesteld is,wanneer er verzwaring van de toevoer van de waterlopen zou komen,dat dit alleen in overleg met de gemeente en met het waterschap zou gebeuren;en die zullen aangeven hoe dat moet gebeuren. Bij de aanleg van viaducten en verharding van wegen krijgt men op korte termijn meer overlast van water. Het water komt sneller naar de waterloop toe. En dit overleg is ook toegezegd door de Rijkswaterstaat. Wat de aankoop van de gronden betreft is wat Rijkswaterstaat er mee doet niet zobelangrijk. De stelling van de heer Goos is niet precies zoals bij de Provinciale Waterstaat. Hier wordt wel een verharde weg aangelegd, maar deze wordt doorbroken en de bereikbaarheid van Rijsbergs grondgebied wordt duidelijk moeilijker omdat de verbinding via de nieuwe snel weg zal lopen naar de Galderseweg. Dus er wordt een stuk verbindingsweg onttrokken en dat is een duidelijke verslechtering voor de situatie in Rijsbergen. Hij denkt in feite wanneer Rijkswaterstaat alles voor een gulden per m2 aan kan kopen, dat men in feite goed weg komt, want daar ligt een stuk gemeentegrond die men voor één gulden per m2 kan krijgen. Persoonlijk vindt hij een gulden per m2 grond bitter weinig. Bovendien kan hij herinneren dat bij de aanleg van de E-10 vanuit de raad opmerkingen zijn gemaakt over het totaalbedrag. Toen had men Rijkswater-

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1985 | | pagina 28