- 32 - Het is in ieder geval op het moment zo, dat de belangstelling voor de commissie ruimtelijke ordening zeer minimaal is. Hij heeft geconstateerd dat de leestafel in de commissie kamer door de raadsleden zeer spaarzaam gebruikt wordt. En hij heeft ook geconstateerd dat, als op een gegeven moment de leesplank in de commissiekamer helemaal leeg is, er daarover ook geen vragen komen. Verder vraagt Rijsbergs belang om een instelling van een modelverordening van openbaarheid van bestuur. Hij zegt dat 18 september 1980 die verordening reeds de raad gepasseerd is. Verder vraagt u om verruiming van de openings uren van het gemeentehuis. Wij zijn echter geen Breda of Tilburg. Hij denkt dat de mensen die er aan de loketten geholpen moeten worden ook geholpen worden. Tot nu toe heeft hij geen enkele klacht ontvangen^dus hij ziet ook nog geen noodzaak om daar van af te wijken. Verder heeft u het over een afzonderen van een speciale taak voor verbetering van de informatie. Dat zou dan een interne verschuiving moeten zijn. Er zit een beetje discrepantie in het ene en het andere verhaal. U zegt dat men een vacature niet moet aanvullen maar clat dit uit de lopende afdeling moet gebeuren. Daar heeft hij toch een beetje moeite mee want als men meer infor matie wil naar de burger toe dan kost dat extra tijd. Dat zit er gewoon op zo'n afdeling niet in. Men zal dus het een of het ander moeten doen. Verder wordt gesteld dat voor de C.A.I. ook een aanzienlijk bedrag uitgetrokken zal moeten worden om alles op te lossen wat er aan problemen nog in zit. Verder vraagt U of het hem bekend is dat de centrale overheid komt met wijziging van de A.P.V.wat het drijfmest betreft. Ook hier zal de wethouder antwoord op geven. Hij weet er eerlijksheidshalve zelf weinig van. Hij weet niet of dat in de A.P.V. terecht zal komen>of dat dit een hinderwetzaak is. Daar zal de wethouder antwoord op geven. Verder zegt u ook nog dat de voorzitter van de raad destijds toegezegd heeft zich sterk te maken voor realisering van de definitieve vestiging van een ruitersportterrein.Daar is hij het mee eens. Die toezegging heeft hij ook inderdaad gedaan en het zou hem ook deugd doen om voor zijn vertrek die zaak rond te krijgen. Hij kan er dit wel van zeggen, dat het op dit moment nog in onderhandeling is. Hij hoopt dat dat een beetje wil lukken. Verder uitvoering van het V.C.P.daar heeft hij op geantwoord dat het de bedoeling is om dat na de wetswijziginggelijk in het komplan mee te nemen. Het V.C.P. is zover uitgekristalliseerd dat het rijp is voor opname in het kom plan. U heeft het over de kapitaalswerken. U gaat een opsomming maken van alle mogelijke werkzaamheden die gedaan moeten worden o.a. bestemmingsplannen. Het evenemententerrein, dat heeft elke fractie op zijn programma staan, dat is een duidelijk^aak. Het moet echter nog uitgekristalli—seerd worden wat de raad wil en wat men niet wil. Hij wil er vast op wijzen dat men wel de financiële consequenties in de gaten moet houden. Bij bodemsanering van Brabant Chemie verdeelt u de kosten. U stelt voor om een gedeelte daarvan naar 1986 te doen. Daar kunt u misschien gelijk in hebben, maar dat houdt wel in dat U die last dan weer extra mee neemt naar 1986. Want in 1986 zal die zaak compleet geklaard moeten zijn. Wat de vacature op Algemene Zaken betreft daarvan stelt u voor om het bedrag voor die ambtenaar} als deze er eventueel niet komt, beschikbaar te stellen voor verbetering van het centraal antenne systeem. Daar zal weth. v.d. Bemd antwoord antwoord op geven. Aan de Kruispad geeft U de prioriteit. Als hij het goed begrepen heeft luidt de volgorde als volgt: evenemententerrein, fietspaden en centrale antenne inrichting- Resumerend zegt het college ervan*laten we alleen doen wat per se gedaan moet worden. Waar we toe verplicht worden en laat de rest toch op een laag pitje staan. Denk erom reserveer zoveel mogelijk voor de toekomst om daarmee kortingen voor de algemene uitkering op te vangen, vanuitgaande dat er de eerste jaren geen belasting verhoging op komst is en dat men ook geen belastingverhoging wil, gezien de p.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1984 | | pagina 82