- 8 -
5. AANKOPEN VAN ENIGE PERCEELSGEDEELTEN GROND LANGS DE HOGESTRAAT.
Dhr. Martens zegt dat de overeenkomst die er ligt op een gegeven moment
wel eens te voorschijn zou kunnen komen voor de werkelijkheid.
Aan de juridische kant zit een klein mankement. Er staat nl. bij twee handteke
ningen een datum en bij de twee volgende handtekeningen staat geen datum.
Men kan daar dus niet uit opmaken wanneer deze handtekeningen geplaatst zijn.
De voorzitter zegt dat dat aangevuld zal moeten worden. Hij dankt dhr. Martens
voor deze belangrijke opmerking.
De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders.
6. ONGEGROND VERKLAREN VAM BEZWAARSCHRIFT T.N.V. J.J.W. BASELIER TE RIJSBERGEN
TEGEN WEIGERING VAN EEN BOUWVERGUNNING.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt, besloten conform het voorstel
van burgemeester en wethouders.
7. BESCHIKBAARSTELLING VAN KREDIET VOOR DE BOUW VAN 4 EN 8 WONINGWETWONINGEN
EN 4 H.A.T.-WONINGEN, TEVENS VASTSTELLING VAN 42e WIJZIGING BEGROTING ALGEMENE
DIENST, 3e WIJZIGING BEGROTING WONINGBEDRIJF EN 7e WIJZIGING VAN HET GRONDBEDRIJF.
Dhr. Martens zegt dat hij graag gezien had dat de brief over de beschikking
ter inzage had gelegen. Bovendien zegt hij,voor diegenen die het niet
opgemerkt zouden hebben,is het zo dat in het raadsvoorstel een typefout zit van
2,00. Er staat nl. 645.737,maar het moet zijn 645.739, Het totaal
bedrag klopt wel.
De voorzitter zegt dat hij zich kan voorstellen dat men die brief graag
gezien zou hebben.
De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders.
8. VASTSTELLEN VAN DE 3e WIJZIGING VAN DE "LEGESVERORDENING 1984".
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel
van burgemeester en wethouders.
9. BEHANDELEN VAN ONTWERP-BEGROTINGEN 1985 VAN DE ALGEMENE DIENST, DE BRANDWEER
EN DE GEZONDHEIDSDIENST VAN HET STADSGEWEST BREDA.
Dhr. Verpaalen zegt dat de bijdrage, die de gemeente moet betalen in zijn
totaliteit aan het stadsgewest en dan uitgerekend per inwoner, daalt.
Het stadsgewest is echter nogal in de publiciteit in verband met de aktiviteiten
die de gemeente Breda ontplooit en de houding van het college van de gemeente
Breda t.o.v. het stadsgewest. Hij denkt dat de gemeente aan de goedkeuring
hiervan de ontbindende clausule moet stellen dat de gemeente dan opnieuw vrij is
zijn standpunt te bepalen indien de gemeente Breda uit het stadsgewest zou stappen.
Hij weet niet of dat echter formeel juridisch kan zonder problemen. Maar door
het uittreden van Breda zou het toch aanzienlijke consequenties kunnen hebben
voor het functioneren van het stadsgewest. Een aantal feiten tonen aan dat een
aantal dergelijke samenwerkingsverbandenverspreid over het land,nogal problemen
hebben om het hoofd boven water te houden.
Hij denkt dat het dagelijks bestuur van het stadsgewest op dat punt zich nog
te weinig georiënteerd heeft op de doelstelling en de mate waarin eventueel de door
Breda veroorzaakte problematiek opgevangen zou kunnen worden in de naaste toekomst.
De voorzitter denkt dat het verstandig is de opmerking van de heer Verpaalen
in de stadsgewestraad mee te nemen.