m - 2 - soort problemen te vermijden door een aantal duidelijke beleidsuitgangspunten te formuleren en die eventueel in de raad ter discussie te stellen en vervolgens te publiceren, zodat iedereen weet waaraan en waaraf. En verder denkt hij dat degene die belast is met de uitvoering gecontroleerd moet worden op welke manier hij die uitvoering toepast. Naar aanleiding van punt 4 "Milieugroep Zundert, afd. Rijsbergen te Rijsbergen": copie schrijven aan Gedeputeerde Staten als reaktie op concept-programma "Bodemsanering 1985-1988" zegt hij dat hoewel dit een verantwoordelijkheid voor de provincie is, zoals ook in de brief gesteld is, vindt hij toch dat deze zaak terecht in copie naar de gemeente Rijsbergen gezonden is, omdat dit toch een wezenlijke bijdrage kan zijn tot goede afhandeling van*het project wat straks op de gemeente Rijsbergen afkomt. In deze brief worden een aantal steekhoudende argumenten aangevoerd die, denkt hij, toch een goed tegenwicht vormen tegen een aantal eerdere zaken die op tafel gekomen zijn. En weliswaar zal er tot op verre hoogte verschil in doelstelling blijven bestaan tussen enerzijds de gemeente c.q. provincie en anderzijds de milieugroep, maar uiteindelijk denkt hij dat men toch op dezelfde lijn zal moeten blijven zitten. Hij bespeurt hier en daar een tendensieuze toon, maar hij denkt dat dat mag in deze soort gevallen. Hij vindt ook dat met de vergadering van 25 oktober in het vooruitzicht de raad alle informatie moet hebben om straks goed over het voorstel van het college te kunnen debatteren en het juiste besluit te kunnen nemen. Hij vindt dat die informatie op een zodanig tijdstip bij de raad moet komen dat de raad nog de gelegenheid heeft, als de raad eventueel niet deskundig genoeg is, om die deskundigheid in te huren om alles op de kleinste details te beoordelen. Het belang is te groot om zaken over het hoofd te zien en straks bij een controle achteraf te moeten constateren dat het bedrag dat besteed is onvoldoende effectief besteed is, en dat men dan met een vervuilde erfenis zou moeten blijven zitten. Dhr. van Kuijck verwijst ook naar punt 3 van de ingekomen stukken en mededelingen "Samen Sterk" Hij dacht dat de commissie welzijn met de betreffende ambtenaar deze zaken eens door moet nemen en ook met Samen Sterk om deze zaak uit de wereld te helpen. Hij proeft uit de brief van Samen Sterk dat particulieren voorgaan vóór verenigingen bij het verhuren van de sporthal. Hij dacht dat er duidelijk in de voorschriften stond dat de verenigingen altijd de voorrang hebben op de particulieren. Hij neemt aan dat men deze zaken zo snel mogelijk moet gaan behandelen in de commissie welzijn. Over punt 4 van de ingekomen stukken wil hij met klem benadrukken dat tijdig het materiaal van de gegevens van Brabant Chemie bij de raad komen,zodat de raad zich tijdig kan voorbereiden op de vergadering van 25 oktober a.s. Dhr. Goos verwijst naar punt 3 van de ingekomen stukken en mededelingen "sportver. Samen Sterk". Hij heeft zich hierover uitgebreid in laten lichten door de ambtenaar die daarmee belast is. Hij weet dat alleen bij Samen Sterk er klachten zijn. Hij zou graag zien dat de klachten wat hun betreft ook opgelost werden,maar dat valt niet mee want iedereen heeft natuurlijk de beste uren in petto. Het is wel zo dat de verenigingen vóór gaan,maar het rendabel maken van de sporthal telt ook mee. En daarom wil hij best het standpunt van mevr. van den Bemd steunen door de vereniging eens een keer in de commissie welzijn te horen, want het zou natuurlijk mooi zijn dat er 100% tevredenheid was. Hij vindt het jammer dat die vereniging een beetje minder tevreden is. Verder wil hij die ambtenaar toch wel een pluim geven, want het valt niet mee om met zoveel verenigingen die allemaal dezelfde uren willen hebben, te zorgen dat alles goed verloopt. Verder verwijst hij naar punt 6 van de ingekomen stukken en mededelingen "Stichting herdenking Brabants Gesneuvelden, Waalre: verzoek financiële bijdrage voor monument gevallenen". Er wordt een bijdrage gevraagd voor Rijsbergse namen die op het monument er bij geplaats moeten worden. Hij gelooft dat er van Rijsbergen toendertijd één man gesneuveld is in Indië en dat is dhr. de Graaf.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1984 | | pagina 29