- 5 - Dhr. Nooren zegt dat er twee mogelijkheden zijn ofwel men beperkt zich tot agendapunt 10 ofwel men neemt gelijk al die andere punten mee. Men heeft kunnen merken dat er na overleg toch weer besloten is om voor te stellen aanwijsborden te plaatsen voor gemeentehuis, kerk, postkantoor en daaruit volgt dan een verhoging van de kredietaanvraag. Men heeft echt het geld nodig. Bovendien is in het verleden gebleken wanneer er overschotten van een krediet aanvraag zijn dat dat heel netjes teruggevraagd wordt aan de raad. Er is gebleken dat er geen te hoog bedrag gevraagd wordtomdat er meer bordjes bij moeten komen is er ook een hoger krediet gevraagd. Verder zegt dhr. Vogels dat men moet beslissen maar dat men niets weet Er heeft in eerste instantie wel een tekening bijgelegen waar ze geplaatst moeten worden. De vraag is op dit moment of de raad bereid is een bedrag uit te trekken voor het voteren van de aanwijsborden of zegt de raad dat het bedrag te hoog is? Als de raad vindt dat het bedrag wat aan de hoge kant is dan lijkt het of de raad geen vertrouwen heeft in het college. Dhr. Vogels vindt dat het nu lijkt of het college geen vertrouwen in de raad heeft want er worden nu cijfers achtergehouden die men blijkbaar wel kent. Waarom worden deze cijfers niet bij de stukken gezet? Waarom zijn er nu geen offertes? DhrNooren zegt dat de offertes helemaal niet ter zake doende zijn. Dhr. Vogels vraagt waarom ze nu helemaal niet meer ter zake doende zijn en terwijl ze tot voor kort nog wel ter zake doende waren. En waarom is bij agendapunt 15 dit wel terzake doende? Dhr. Nooren zegt dat dit een taak van de raad is om hierover een beslissing te nemen. Dit ligt niet bij het college. De raad moet beslissen of ze dit tarief vaststellen. Aansluitend daarop moet men alle gegevens hebben die daarop betrekking hebben Dhr. Vogels zegt dat hij nog geen antwoord heeft gekregen op zijn vraag of men van plan is nog meer offertes aan te vragen. Dhr. Nooren antwoordt hierop dat wanneer dat in het belang van de onderhandelingen nodig geacht wordt door het college, dat zeker zal gebeuren. Dhr. Vogels zegt dat hij nog geen antwoord gekregen heeft op de vraag waarom in het verleden er wel offertes bij lagen en nu niet over soortgelijke zaken. Dhr. Nooren antwoordt dat dat bij de volgende agendapunten aan de orde zal komen. DhrSnepvangers zegt dat hij de stukken gezien heeft. Hij heeft ook gezien hoeveel plaatjes er bij komen. Dan is het een gemakkelijk rekensommetje om te kijken of het klopt met dat bedrag. En het klopt ook wel met het bedrag. DhrVerpaalen denkt dat er een misverstand gerezen is omtrent het feit of men nu praat over een begroting, want die zat er niet bij. Hij denkt dat dat in eerste instantie nodig is om te bepalen of men aan het bedrag komt en of uiteindelijk dat bedrag dan uitgegeven wordt, dat is dan een kwestie van onderhandelen. Hij kan zich voorstellen dat men met een relatief klein bedrag anders omgaat. Hij vindt dat men inderdaad een begroting moet hebben en daarnaast moet men een paar offertes hebben, wat een kwestie is van onderhandelen met degene die het straks eventueel zou moeten gaan uitvoeren.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1984 | | pagina 14