i - 7 - de statuten en als dat de definitieve statuten moeten worden dan zegt de raad weer dan geen garantie. Dhr. Goos zegt dat dat ook maar steeds veronderstellingen zijn van wethouder Nooren. Het is helemaal nog niet zeker ook dat de heer Vogels gelijk heeft. We kunnen weer niet het recht uit handen geven. DhrNooren zegt juist de garantiestelling onder die voorwaarden. Wanneer veronderstelt wordt dat de statuten gewijzigd moeten worden en de bank heeft dan de mogelijkheid om onder de geldlening uit te komen en het zou inderdaad in haar voordeel zijn dan zou het kunnen dat dat gebeurt. Dhr. Verpaalen zegt dat hij de indruk heeft dat de heer Nooren van gedachten is dat wanneer die zaak loopt een half jaar of een jaar dat op dat moment de bank het rechtheeft om dat percentage te wijzigen maar zo kan dit niet. De bank is gebonden aan de voorwaarden die in de offerte staan. En daar staat alleen in dat de bank instemming vereist voor wijziging van de statuten. Er staat niet in dat daar uit voortvloeit dat de bank zijn rente-percentage mag wijzigen maar die ligt nl. voor de totale looptijd van de lening vast. DhrMartens zegt dat hij begrepen heeft uit de discussie dat dit de voorlopige statuten zijn. We hebben als raad aangenomen dat daar een aanvulling op komt via de suggestie van de heer Verpaalen. Als dan wat de heer Nooren bedoelt, voor zover hij geinformeerd is, de statuten gewijzigd worden, dan zou het de normale gang van zaken zijn dat de geldgever, zijnde de bank van Nederlandse Gemeenten, waar men als gemeente weinig moeite mee zal hebben, daar inzage van krijgt. Maar als de statutenwijziging van dien aard zijn, dat er financieel niets aan de hand is, dan zal men geen enkel bezwaar maken. Dat is gewoon het bank gebeuren. De voorzitter zegt het is zo we kennen de opmerkingen van de raad. We kennen de intentie van de raad. Men zal met de bank overleg plegen. Dat lijkt hem het meest juiste. Dan denkt hij dat men er wel uitkomt. De raad gaat unaniem akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders. 2. VASTSTELLING NOTULEN RAADSVERGADERING D.D. 21 APRIL 1983. Mevr, van den Bemd verwijst naar blz. 4. Daar heeft men een bepaalde uitleg gegeven hoe de bepaalde werkwijze is. Ze vraagt of ze de conclusie mag trekken dat men nu geen enkel unaniem collegevoorstel krijgt omdat er geen enkele stempel opstaat. Verder verwijst ze naar blz. 7 punt 14 over verhoging van de huren. Er staat helemaal niet bijvermeld of de raad akkoord gaat. DhrDaemen zou toch voor willen stellen dat deze notulen nog een keertje overgelezen zouden worden, door de secretaris gecorrigeerd worden en opnieuw overgetypt, dan denkt hij dat men dan eindelijk leesbare notulen zouden krijgen. DhrGoos verwijst naar blz. 19 halverwege. Hij begrijpt niet wat hij daar gezegd zou hebben. Als we dat geld beschikbaar hebben tot december dat we voldoende ruimte hebben om er een plan voor op te stellen. Hierna worden de notulen vastgesteld. K

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1983 | | pagina 93