4 -
De voorzitter zegt wat de eerste vraag betreft wil hij eerst met een wedervraag komen.
Bedoelt men de gemeentelijke commissie financiën of bedoelt men de werkgroep financiën.
Wat de werkgroep financiën betreft daar heeft hij een antwoord op gegeven. Dit zijn
richtcijfers die men van de provincie en van de inspecteur toegestuurd heeft gekregen
waarvan gesteld wordt die zijn zo duidelijk dat is maar voor een uitleg vatbaar
en dat is ook de reden om het niet te doen. Maar als men gezegd had, had het de
commissie financiën gegeven dan was dat voor hen ook geen punt geweest.
De cijfers waren verder niet veranderd. Als men het over het exploitatietekort heeft
dan stelt hij dat dit cijfers zijn die geaccepteerd worden als verzorgingstarief.
Daarvan komt 10% voor rekening van de gemeente Rijsbergen.
Dus als men praat van een extra tekort komt dit op hoofdstuk 9. Maar wanneer men een
beetje binnen de richtlijnen blijft dan is er geen tekort in die zin zoals men dat
bedoeld, maar dan is er alleen een eigen bijdrage van 10% die ook voor de verzorgenden
buiten Rijsbergen moet worden betaald. Van een extra tekort is dan geen sprake.
Dhr. Martens zegt dat hij nog geen antwoord heeft op het nazien van de commissie
financiën van de rekening en de begroting.
De voorzitter zegt wanneer men de definitieve statuten maakt dan zal daar een passage
aan gewijd moeten worden en dan moet bekeken worden hoe men dat verwoord.
Hij neemt aan dat men dan tezijnertijd nog eens bij betrokkene mag aankloppen om te
zeggen van hoe gaat men dat nu precies doen. Bovendien is de controle gedaan door
de registeraccountant.
Dhr. Martens zegt dat hij er bij blijft dat men naast de stichting Koutershof er
meer stichtingen zijn. Daar staat duidelijk in het reglement van orde van de
commissie financiën dat alles de commissie financiën moet passeren. Er mogen geen uit
zonderingen gemaakt worden.
De voorzitter zegt dat het ook niet de bedoeling is om uitzonderingen te maken.
Men moet duidelijk de beleidslijn die er is aanhouden.
Dhr. Vogels zou graag een schriftelijke garantie hebben van de stichting, die dan
tijdelijk stichtingsbestuur is. De stichting heeft het recht om leden te benoemen van
het nieuwe stichtingsbestuur. Als men daar niets aan doet en er geen keiharde garantie
voor kunnen krijgen dan komt men in een situatie die niet juist zou zijn.
Men kan zeggen dat het allemaal de bedoeling niet is, dit moet nog eens bekeken worden.
Er moet een stichtingsakte komen etc. Alleen kan de voorzitter hem geen keiharde
zwart-wit garantie geven dat dat gebeurt.
De voorzitter zegt in art. 5 staat dat de benoeming van de bestuursleden geschiedt
door de zittende bestuursleden.
Dhr. Vogels zou graag een schriftelijke garantie willen hebben van dit stichtingsbestuur
waarin staat dat de raad de statuten goed moet keuren van het definitieve bestuur,
waarbij het definitieve bestuur uiterlijk bij de ingebruikname van het verzorgings
tehuis geïnstalleerd moet zijn. Als dat geschiedt dan heeft de raad direct invloed
op de samenstelling van de statuten, waarbij de opmerkingen die gemaakt zijn uiteraard
meegenomen moeten worden. Als hij dat krijgt zwart op wit dan wil hij de garantie
verlening geven waarbij het hem een goede zaak lijkt dat op voordracht van de
werkgroep voorbereiding zo snel mogelijk gekomen wordt tot een definitieve bepaling van
aanwijzende instanties. Niet de adviserende maar de uitdrukkelijk aanwijzende instanties.
De raad wijst iemand aan. Dat betekent ook dat bij aftreden de aanwijzende instantie
beslist of een persoon herkozen wordt of niet. Het lijkt hem een goede zaak als
dat zo snel mogelijk in gang gezet wordt, zodat het definitieve bestuur ingewerkt
kan worden door de stuurgroep, zodat inderdaad bij de officiële opening er ook een akte
verscheurd kan worden en er een nieuwe akte in werking treedt.
De voorzitter neemt dit over.
Dhr. Verpaalen vraagt of deze stichtingsakte geregistreerdis
4