- 18 - DhrVerpaalen zegt als de milieuafdeling in de provincie dit rapport niet kan vertalen dan vindt hij dat het maar droef gesteld is met de milieudeskundigheid van de provincie. Dhr, van Kuijck vraagt hoe het zit met de glasbakken in de kom van Rijsbergen aan de Sint Bavostraat. DhrNooren zegt dat er niet zoveel ruimte is. Hij is toch bang dat wanneer er een glasbak komt en er is al zo weinig ruimte het glas naast de glasbak komt te liggen en dat is veel erger als rommel. Er is niet veel ruimte, het zal niet zo eenvoudig zijn. Er is in ieder geval geen serieuze oplossing uitgekomen in de commissie openbare werken. Dhr, van Kuijck zegt dat hij dit jammer vindt. Volgens hem is er voldoende ruimte en als men nu in de beplanting kijkt wat er voor rommel in waait, dan zou hij zeggen doet die beplanting weg en maakt er een parkeervak van en dan kan er ook eventueel een glasbak staan. Dhr. Nooren zegt er is in de commissie openbare werken over gesproken maar die kwamen er niet zo gemakkelijk uit. DhrGoos zegt dat men nog al eens verwijst als het een vraag is naar aanleiding van de notulen naar de rondvraag. Hij heeft een vraag over de notulen op blz. 4 daar heeft hij gezegd dat hij in een brief van het woonwagenschap gelezen heeft waar staat dat een aantal gemeenten zich terughoudend opstelt bij het realiseren van een standplaats voor woonwagens. Voor Rijsbergen zijn er 3 woonwagens voor 1985 gepland, de provincie heeft 2 tot 6 wagens in 1980 genoemd. Hij vraagt of Rijsbergen achter die opstelling staat en of op Rijsbergen die terughoudende opstelling van invloed is. Dat is informatie die de portefeuillehouder de raad nooit gegeven heeft. Hij zou graag een antwoord van de heer Nooren hierop hebben. DhrNooren zou hier graag eerst een concrete vraag horen. Dhr. Goos zegt wat de terughoudendheid betreft of de wethouder dat voorgestaan heeft in de vergadering van het woonwagenschap. DhrNooren zegt dat er een plan halverwege opgesteld is door het bestuur van het woonwagenschap Breda. Er is naar aanleiding van wat er gebeurt uitgekomen dat er zeker niet hard gewerkt wordt en dat is de terughoudendheid die geconstateerd is maar dat is geen verwijt naar een of andere gemeente. En dat is de terughoudendheid- Dhr. Goos zegt dat hij in die cijfers zag dat zowel de provincie als het woonwagenschap een bepaalde terughoudendheid voorstond. En nu vraagt hij of de heer Nooren meegewerkt heeft aan die terughoudendheid. Dhr. Nooren zegt dat in een brief van het woonwagenschap staat dat een aantal gemeenten zich terughoudend opstelt bij het realiseren van een standplaats. Dat is een constatering van het bestuur. Dhr. Goos zegt dat een terughoudendheid werd voorgestaan. Dhr. Nooren zegt dat dan de notulen niet goed zijn maar hij wil het wel nakijken wat er in staat en dan in de volgende raadsvergadering antwoorden. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering wan d^/raad d.d. 21 april 1983 Raad

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1983 | | pagina 60