- 20 - Dhr. Verpaalen zegt dat hij niet bedoelt dat men dat perceel duurder moet maken. Men heef t een probleem hier. Hij heeft de tegenstrijdigheid geconstateerd. De voorzitter zegt dat er geen tegenstrijdigheid is. Er staat nergens dat men dat jaarlijks moet doen of dat men dat halfjaarlijks moet doen. De gemeente stelt bij wanneer men denkt dat het nodig is. En wanneer is het nodig als er op een gegeven moment bepaalde omstandigheden voordoen dat men redelijkerwijs moet verhogen en dat is op dit moment niet nodig. Er is geen enkele reden om die bungalowpercelen te verhogen. Dhr. Verpaalen zegt dat hij het daar mee eens is maar de tegenstrijdigheid zit hem ook daar niet in. De tegenstrijdigheid zit hem daar in als men zegt men handelt naar bewind van zaken op een punt, waarvan hij denkt dat de bevoegdheid bij de raad ligt. De voorzitter zegt die ligt bij de raad maar men handelt aan deze kant van de tafel naar bewind van zaken. Daar mag men anders over denken en anders besluiten maar zo brengt het college het. DhrDaemen zegt als er kanidaten komen dan verhogen maar men verhoogt niet om kandidaten te krijgen. Dhr. Verpaalen vraagt of men naar bewind van zaken onder de vastgestelde exploitatieprijs zat. De voorzitter zegt dat dat niet mag. De raad gaat akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders. 16. VOORLOPIGE VASTSTELLING VAN DE REKENINGEN VAN HET GRONDBEDRIJF, HET WONINGBEDRIJI EN DE ALGEMENE DIENST OVER HET DIENSTJAAR 1981. Dhr. Martens neemt aan dat de bevindingen van 11 januari 1983 van de commissie Financiën dat het college die doorgenomen heeft. Hij neemt ook aan dat het college daar antwoorden op heeft. Wethouder Nooren zegt dat het niet zo'n eenvoudige zaak is. Het aantal mensen op sociale zaken die de uitkering verzorgen dat zijn maar twee mensen. Het is moeilijk om daar in te gaan schuiven want het is de bedoeling dat de een het klaar maakt en de ander rapporteert en uitrekent. Er is geprobeerd in overleg met de afdeling financiën om tot een regeling te komen dat de bemerkingen die gemaakt zijn ook hier niet meer gemaakt hoeven te worden. Het is nog niet uitgewerkt maar in onderling overleg zal daar wel een mogelijkheid kunnen ontstaan dat dat geregeld wordt Dhr, van den Bemd zegt dat hij de heer Martens als voorzitter van de financiële commissie ook wel de mededeling wil doen die hij zelf als wethouder ook heeft gekregen afgelopen dagen. Er is door de ambtenaar contact gezocht met het bestuur van scouting. Dat bestuur heeft de toezegging gedaan dat de bescheiden waar meermalen om gevraagd is eind januari in het bezit zouden zijn. Dan zal er verder aan gewerkt worden. Dhr. Martenszegt dat het verificatiebureau dit al voor de derde maal opmerkt. Wat scouting betreft hoopt hij dat de belofte die gestand gedaan wordt want deze kwestie sleept nu al 7 jaar. Hij zou toch willen vragen namens de commissie dat men attent blijft dat de belofte gestand gedaan wordt en dat ook een klein beetje harder aangepakt wordt want zo komt men niet verder.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1983 | | pagina 20