- 17 - Toelichting op Rijsbergs Investeringsplan 1983 door Rijsbergs Belang. De heer Verpaalen begint zijn algemene beschouwing. Het is niet altijd een gemakkelijke opgave om een algemene beschouwing te houden zowel bij de begroting als bij de behandeling van het investeringsplan. Om het dan allemaal nog eens een keer uit te schrijven en over te tikken daar ontbreekt ook nog wel eens de tijd voor, vandaar dat hij daar deze keer helaas niet toe gekomen is. En dat hij het enigszins aan de hand van het investerings plan zoals u ons dat hebt toegestuurd zal doen, zonder dat alles vooraf op papier gezet is. Het is al een paar keer gezegd dat het ook een voordeel is dat wanneer men niet alles op papier heeft staan er eens iets bij kan zeggen, het is al een paar keer gezegd, het is geen erg groot bedrag. Het is ook een bedrag dat telkenjare minder wordt maar we hebben ook de ervaring dat de laatste jaren het bedrag bij de slotwijziging als positief saldo overblijft dat het steeds groter wordt dus hij is op zich t.a.v. de bedragen die we vrij krijgen in zijn totaliteit over het jaar voor investeringen niet zo erg pessimistisch. Hij weet niet wanneer de 7 magere jaren van de heer Vogels begonnen zijn want dan kunnen we aftellen aan het eind van die zeven en dan kunnen we misschien aan het eind van die tunnel het licht zien gloren maar misschien dat de heer Vogels daar straks nog op terug kan komen. U zegt mijnheer de voorzitter in uw aanbiedingsbrief bij het investeringsplan dat er in de toekomst een selectief beleid moet worden gevoerd. Nu stelt hij zich voor dat dit niet alleen in de toekomst moet gebeuren, maar dat het ook in het verleden is gebeurd. Hij denkt dat men altijd een selectief beleid moet voeren, misschien de ene keer bewuster dan de andere keer, maar een selectief beleid wordt altijd gevoerd. Alleen de criteria waarop dat selectief beleid is afgestemd daarover kun je discussieren en dat kan leiden tot opstellen van verschillende prioriteiten. Verder zegt U in uw aanbiedingsbrief dat bij de begrotingsbehandeling in juni en dat is dan de behandeling van door de heer Vogels genoemde voorjaarsnota al vindt hij juni een beetje laat voor een voorjaarsnota, dat U adviseert om de eventuele overschotten die er dan zijn en eventueel daarvoor verricht dat via diverse commissies van advies en bijstand zou kunnen lopen. Hij geeft er echter zeer sterk de voorkeur aan om dan te werken via het investeringsplan dat hier in de raadzonder dat daar een aantal malen aan geroken is, want hij ziet ook niet goed hoe dat het kan zonder dat de definitieve cijfers bekend zijn om in de raad met een bijstellend investeringsplan direct te komen en daarover in de raad te discussiëren en direct besluiten te nemen. Dat lijkt hem gezien het feit dat we toch al medio het jaar zitten een snellere procedure die misschien toch mogelijkheden geeft om in tweede halfjaar een aantal zaken te realiseren Hopende uiteraard dat het saldo positief is en dan misschien iets minder positief dan we de laatste jaren gewend zijn maar toch positief. Hij kan het er mee eens zijn dat men van het idee af moet dat de bomen tot in de hemel groeien maar wij waren allang ervan overtuigd dat de bomen niet meer tot in de hemel groeien. U zegt blij te zijn dat de zaadjes zullen ontkiemen en nog verder zullen ontwikkelen. Hij vindt dat men vaker gebruik moet maken van dit soort bloem- rijke taal om dergelijke dorre stukken een beetje op te fleuren. Op blz. 2 zegt de voorzitter in een laatste zin van de eerste alinea: het zinvol besteden van de uitkeringen zal de slogan in de toekomst moeten zijn. Hij kan dat in et kader van het daarvoorgestelde niet zo goed interpreteren. Hij zou graag van de voorzitter wat nadere toelichting willen hebben hoe hij aat bedoelt.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1982 | | pagina 98