Étt - 21 - de burgemeester: "mijnheer de voorzitter, ik zou graag de heer X willen vragen enz 4. een onverhoopte poging om vanaf de publieke tribune een of meer raadsleden onredelijk te bejegenen, zal onmiddellijk door de voorzitter worden gestopt; 5. daar de raad als collectiviteit werkt en besluit, is het volstrekt aanvaard baar als een raadslid desgevraagd antwoordt dat zijn of haar beslissing of mening steunt op de deskundige voorlichting van een ander raadslid en dat hij of zij deswege de uitleg of de verdediging van en beslissing of mening overdraagt aan dat door hem of haar deskundig geacht mede-raadslid ook wanneer dit deskundig lid van een andere fractie is. Wanneer deze werkwijze op de publieke tribune tot misverstand aanleiding geeft, dient de voorzitter, zo nodig bij herhaling de collectieve of collegiale werkwijze van de raad te verduidelijken; 6. het raadslid tot wie vanaf de publieke tribune een vraag of opmerking wordt gericht beperkt zich tot het geven van een persoonlijk c.q. fractiestandpunt. De voorzitter verklaart onmiddellijk een raadslid buiten de orde als ook het standpunt c.q. de mening van andere raadsleden c.q. fracties in het antwoord zou worden betrokken; 7. tenzij de voorzitter c.q. de raad in meerheid anders besluit, zal het antwoord van een raadslid niet meer dan twee minuten in beslag nemen; 8. een korte dialoog tussen eerj/aanwezige op de publieke tribune en een raadslid, mits gevoerd via de voorzitter, is toegestaan, als de tijdslimiet van twee minuten niet wordt overschreden en voor zover de voorzitter c.q. de raad in meerderheid niet besluit dat de dialoog niet zinvol moet worden geacht; 9. in gevallen waarin deze spelregels niet voorzien, peilt de voorzitter de mening van de raadsleden. Ter motivering: Voor zover wij kunnen overzien funktioneren de achterban bijeenkomsten goed maar het wordt duidelijk als een gemis gevoeld dat nog niet alle communicatie mogelijkheden gebruikt worden. De discussies na de raadsvergaderingen onder de aanwezigen op de publieke tribune duiden daar sterk op. Op plaatsen waar de thans door ons voorgestelde aanvulling korter of langer funktioneert blijkt het te voorzien in de sterk wisselende behoefte aan communicatie en informatie. Dit kan een welkomen bijdrage leveren aan de verder gaande ontwikkeling van het representatie >^-model naar het participatie-model in de verhouding burge^bestuurderseen ontwikkeling die de betrokkenheid van de burger bij het bestuur alleen maar bevordert. Ik wil dan ook bij deze de collega raadsleden oproepen het ter tafel liggende voorstel te ondersteunen. Met dank aan de samenstellers van de begroting en de collega's van de commissie Financiën voor de vlotte afwerking van het begrotingsonderzoek Tot zover in eerste instantie.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1982 | | pagina 68