Ül
5. VERKOOP PERCEEL GROND AAN RIJKSWATERSTAAT T.B.V. DOUANE-EMPLACEMENT
HAZELDONK.
Dhr. Daemen zegt dat daar waarschijnlijk verschillende plannen in omloop zijn.
Hij vraagt of de rijkswaterstaat de mening toe gedaan is dat de gemeente Rijsbergen
alles maar goedkeurt.
De voorzitter zegt dat het voorlopig handelt over het douane-emplacement. Het plan
ligt op dit moment ter visie. Het is reeds voorbesproken met de P.P.C. Tot nu toe
zijn er geen bezwaren binnengekomen. Het tweede gedeelte wat er achter aankomt is het
bedrijventerrein wat bij het douane-gebeuren hoort. Daar zijn voorbesprekingen
over gaande, door allerlei mogelijke instanties. Dat komt te zijner tijd weer bij
de raad terecht. Want de gemeente heeft alleen maar te zorgen voor de planwijziging.
Er zijn voor Rijsbergen geen kosten aan verbonden. Dat kan hij vooraf zeggen.
Met de bewoners wordt nog gesproken. Binnenkort zal hij ook een bespreking hebben
met de voorzitter van het buurtschap Hazeldonk in samenwerking met de provincie
ambtenaar, die de coördinator is van het grote gezelschap.
Dhr. Daemen zegt dat men straks toch niet voor een voldongen feit staat.
De voorzitter zegt dat dat beslist niet is, want er wordt van begin af met het
buurtschap Hazeldonk overleg gepleegd.
Dhr. Verpaalen vraagt hoe hier de prijsvaststelling is verlopen.
Dhr. Goos zegt dat hij in de B&W-stukken gezien heeft dat de gemeente opdracht
gever was en bureau Margry aangewezen heeft om daar een bestemmingsplan voor te
maken. Zijn vraag is nu dat eventuele bestemmingsplannen ook op rekening komen van
de Rijkswaterstaat.
De voorzitter vraagt of hij het bestemmingsplan Bedrijventerrein bedoelt.
Dhr. Goos zegt dat hij dat inderdaad bedoelt.
De voorzitter zegt dat de gemeente Rijsbergen officieel opdrachtgever is maar alle
kosten worden doorgestuurd naar Rijkswaterstaat. Dus de planologie is alleen
maar voor de gemeente. Verder heeft de gemeente er niets mee te maken, noch met grond
aankopen, noch met uitgifte van terreinen, noch met bouwrijpmakennoch met
exploiteren.
Dat is allemaal buiten de gemeente Rijsbergen om. De kosten zijn voor het Rijk.
Dhr. Nooren zegt wat betreft de prijsvaststelling is er een uitgangsprijs van
Rijkswaterstaat, waar de gemeente akkoord mee is gegaan. Het had iets duidelijker
geweest wanneer er een berekeningsfactor bij gelegen had.
Dhr. Verpaalen zegt dat hij denkt dat het in de praktijk op neer komt dat
Rijkswaterstaat de prijs vaststelt.
De voorzitter zegt dat klopt tenzij het duidelijk te laag zou zijn, anders stelt
Rijkswaterstaat de prijs vast.
De heer Verpaalen zegt dat de gemeente de verkoper is, die moet het er mee eens zijn.
De voorzitter zegt natuurlijk anders gaat de koop niet door.
I