rifl
- 2 -
De voorzitter verwelkomt de nieuwe gemeenteraad alsmede de beide wethouders. Het
is de bedoeling dat men samen de periode 1982-1986 tot een goed einde brengt.
Als de voorzitter de samenstelling van de raad bekijkt dan zit er toch een bepaalde
continuïteit in. Men zou vanavond een nieuw raadslid hebben kunnen installeren
maar die is helaas wegens ziekte verhinderd. Er zijn twee leden die de 2e
periode in gaan en vijf die de derde periode in gaan en men heeft er drie die
zelfs hun vierde periode in gaan. Toch een bewijs dat er een hele goede continuïteit
zit in de Rijsbergse raad. Ook een bewijs dat men er wel iets voelt voor het
raadslidmaatschap. En als men zo kan werken is het alleen maar een goede zaak.
Hij gelooft niet dat de gemeenteraad er mee gediend is dat men met de helft van de
nieuwe raad opnieuw begint, want dan lijkt hem dat er iets niet klopt.
Hij vindt het zeer fijn alle raadsleden hier weer aanwezig te zien. Hij hoopt dat
men de komende periode echt weer constructief kan werken en dat men elkaar het
nodige vertrouwen geeft. Wat hemzelf betreft en de wethouders daar twijfelt hij
dan ook niet aan. Hij hoopt ook dat de leden het college in de gelegenheid stellen
om dat werk te doen. Vervolgens wil de voorzitter afscheid nemen van de heer
van Kuijck als wethouder. Hij heeft met dhr. van Kuijck acht jaar mogen werken
als wethouder. Hij heeft de heer van Kuijck leren kennen als iemand die buiten
gewoon geïnteresseerd was voor jeugd, sport en recreatie. Hij heeft toch nogal
aan de weg getimmerd al die jaren. Hij was altijd aanwezig als er wat te doen was.
Zelfs als er in het college afspraken gemaakt werden van de taakverdeling en de
voorzitter de eer gegund werd om een bepaalde faciliteit bij te wonen, dan kon
de heer van Kuijck vaak de verleiding niet weerstaan om daar dan toch aanwezig te zijn.
Dat zijn alleen maar pluspunten. En de voorzitter zegt de heer van Kuijck daar dank
voor en voor al datgene wat hij voor de Rijsbergse gemeenschap heeft gedaan.
De samenwerking in het college met de heer van Kuijck was voortreffelijk. Men heeft
het altijd goed met elkaar kunnen vinden. Natuurlijk was er wel eens verschil
van mening maar dat mag. Maar men heeft het altijd op kunnen lossen. De voorzitter
heeft altijd voorgehouden om naar buiten de eenheid in het college te bewaren.
Hij hoopt dat dit met het college ook lukt. De voorzitter zegt dat de heer van Kuijck
nu van stoel gewisseld heeft. Hij hoopt dat de samenwerking mag blijven zoals die
altijd geweest is. Hij hoopt ook dat de heer van Kuijck de nieuwe wethouder
gelegenheid geeft om zich daar in te werken. Hij is er van overtuigd dat de heer
van Kuijck de moed zal opbrengen om de heer van den Bemd de kans te geven zich
waar te maken.
De voorzitter zegt dat wethouder Nooren aan zijn vierde ronde toe is. Hij is in 1970
begonnen en gelijk wethouder geworden. De jaren beginnen mee te tellen. Het zou
een van de laatste periode voor dhr. Nooren kunnen zijn. Dat is ook voor de
voorzitter beschoren want wat leeftijd betreft zit men niet zo ver uit elkaar.
Dus het zou wel eens kunnen dat bij een volgende periode de meerderheid van het
college verdwijnt. Wethouder Nooren is van een heel ander slag als de heer van
Kuijck. Hij is rustig van aard. Hij zegt niet veel, maar als hij wat zegt slaat hij
toch meestal de spijker op de kop. En dan moet er met zijn woorden toch rekening
gehouden worden. Hij heeft het voortreffelijk gedaan dat blijkt wel dat hij weer
terug zit op de stoel achter de bestuurstafel. Hij hoopt dat men in deze jaren
met de overige leden van het college en de secretaris in goede verstandhouding
de B&W vergaderingen kan houden en vanzelfsprekend ook de raadsvergaderingen.
De voorzitter zegt tot de heer van den Bemd dat hij nu aan deze kant van de tafel
zit. Vier jaar lang heeft hij aan de andere kant van de tafel gezeten. Men heeft
wel eens samen gestoeid. Zelfs zo dat de pers dit aanhaalde alsof men altijd
hooglopende ruziehad. Zo was het nu ook weer niet dacht de voorzitter. Men heeft
weieens verschil van mening, dat mag, maar hij heeft nu zijn stoel verwisseld
voor het wethoudersschap en hij wil hem gelukwensen met deze benoeming. De voorzitter
zegt dat de heer van den Bemd het wethouderschap zal ervaren dat dat iets anders