- 19 - een bedrijventerrein en realiseren daar een bedrijventerrein welke garantie is er daar nog dat Embregts daar werkelijk naar toe gaat. In de volgende zin praat U over het bedrijventerrein Bredaseweg - Ettenseweg. Het is via de pers en ook via andere kanalen duidelijk geworden dat er vanuit de richting van een stratenmakersbedrijf voor dat terrein serieuze belangstelling bestaat. Hij vraagt zich echter af en misschien kan de voorzitter die zorg delen of wegnemen of inderdaad een situatie zoals die op dit moment bestaat of bestaan heeft t.a.v. de werkzaamheden die daar uitgevoerd zouden moeten worden of die niet te groot zijn qua belasting van de omgeving t.a.v. geluidsstof aan- en afvoer en opslag. Men kan zich denkt hij in alle gemoedsrust afvragen of het zinvol is en of het een kwestie van goed beleid is om een dergelijk bedrijf wat kennelijk nogal wat overlast veroorzaakt om dat zo dicht bij de bebouwde kom neer te zetten. T.a.v. het bestemmingsplan Hooiberg heeft hij een paar vragen. De voorzitter zegt in eerste instantie zal dat gedeelte worden ontwikkeld waarvan de gronden in eigendom bij de gemeente zijn. Maar dat is een tamelijk grote oppervlakte. Bij hem rijst de vraag aan welke kant van dat stuk stelt men zich voor te beginnen en over hetzelfde onderwerp zegt u het volgende: de looptijd van het plan is uitgesmeerd wegens het feit dat er meer kleinere woningen in het plan worden opgenomen. Moet hij dat zo uitleggen dat u daar denkt aan verdichting van het aantal woningen per hectare of is het de bedoeling dat kleinere woningen tot gevolg hebben dat er meer groen overblijft. In dat kader is het denkt hij belangrijk te weten met welke opdracht de ontwikkelaar van of degene die het plan moet ontwikkelen met welke opdracht die hier uit het gemeentehuis vertrekt om aan zijn huiswerk te beginnen. Het bestemmingsplan buitengebied. Het plan is nog niet onherroepelijk. Degene die bezwaar aangetekend hebben betreffende hun woning hebben een dezer dagen bericht gekregen omtrent de verdere procedure, zoals ter inzage liggen van stukken in Den Haag en de hoorzitting in Den Haag. Zijn vraag is of het mogelijk is en zo ja wilt u bevorderen dat de betreffende stukken op het gemeentehuis in Rijsbergen ter inzage gelegd worden omdat de meeste betrokkenen in Rijsbergen wonen en hij denkt dat het praktischer is om de stukken op bepaalde dagen in Rijsbergen ter inzage te leggen dan al deze mensen te noodzaken naar Den Haag te rijden. T.a.v. bestemmingsplan Hazeldonk daar heeft hij min of meer dezelfde vraag over als bestemmingsplan Hooiberg. Althans planologisch. Ook hier zal de taak berechtigd zijn met welke opdracht de planologen te maken krijgen. En aan welke bedrijventerrein men zich voorstelt zich daar te gaan vestigen. Hij neemt aan als er een bedrijventerrein ontwikkeld moet worden en dat geldt niet alleen voor een bedrijventerrein maar dat geldt voor alle bestemmingsplannen dan moet er een uitgangspunt zijn waaraan de planoloog zich kan vasthouden. Hij vraagt zich af of er eventueel bij de opdracht aan de planologen gedacht wordt aan een bedrijventerrein waar eventueel bedrijfswoningen bij zouden kunnen komen Verdere vragen t.a.v. het bedrijventerrein, hij neemt aan dat ons planologisch bureau Margry dat ontwikkelt, mocht dat niet zo zijn dan graag wie dat wel gaat doen. Het is hier ook al gememoreerd, dat t.a.v. de verharding van zandwegen bij de beschouwingen t.a.v. het investeringsplan 1982 de Paandijksestraat althans de verharding van een stuk van de Paandijksestraat de nodige aandacht heeft gekregen. U heeft het destijds verwezen naar de commissie tot op heden is er niets gerealiseerd. Hij zou toch wel willen aandringen om een snelle besluitvorming op dit punt binnen het kader van het punt verharding c.q. herbestrating van wegen er de nodige prioriteit aan te besteden. In zijn algemeenheid t.a.v. wegen zou hij de volgende opmerking willen maken. Wij zitten elk jaar te dubben over wegen die aan onderhoud toe zijn en dan ontstaan er discussie of er nu wel of niet nodig en of er nu 10% van de stenen gebroken is of 20. Het lijkt hem nuttig en zelfs gewenst om voor ons hele wegenbestand een langere termijnplanning op te stellen waaruit over een aantal jaren blijkt wat er voor de betreffende wegen aan groot c.q. klein onderhoud te verwachten is. Het meeste onderhoud van deze wegen komt niet als een verrassing en dingen die niet als een verrassing komen zijn te plannen en dan is er ook financieel rekening mee te houden. Het lijkt hem een logische zaak dat je met name voor wegen een langere termijnplan hebt wat als leidraad kan dienen voor een

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1982 | | pagina 100