- 3 - over de reorganisatie van het bestuur gesproken. Temeer omdat in de geluiden zoals die nu weer een poos klinken bij de vorming van het kabinet en in de discussies rond de partij programma's, de kleine gemeenten zich praktisch allemaal bedreigd voelen door de plannen die verkondigd worden om een grootscheepse herindeling te bevorderen. Met het gevolg dat in Nederland, dat 800 gemeenten heeft, er straks nog maar 400 gemeenten over.zijn. Als dat proces ooit wordt ingezet dan denkt hij dat Rijsbergen behoort tot de 400 gemeenten die zullen verdwijnen. Maar men weet ook dat die hele discussies omtrent de grens van minimaal 10.000 zielen onvoldoende bestuurlijk draagvlakte opleveren, dat omtrent die valbijl van 10.000 men daar al zo lang over van mening verschilt dat men al heeft gezegd dat dat in ieder geval niet het criterium zal zijn. Wat het dan wel zal wezen, in de plannen zoals de heer Wiegel die naar voren bracht over herindelingen, stond wat dit betreft, dat het provinciale bestuur zouden worden uitgenodigd om dan aan te tonen waarom gemeenten onder dat getal nog reden van bestaan zouden hebben. Dus de bewijslast werd wel gelegd bij het provinciaal bestuur. Terwijl hij zou zeggen wanneer van regerings zijde wordt geponeerd dat gemeenten, welke dan ook, zullen moeten worden opgeheven, dat de bewijslast niet in eerste plaats bij de gemeenten of bij het provinciaal bestuur moet liggen, maar behoort te liggen bij degene die de gemeente op wil heffen, zijnde dan ook het rijk. Dat is een zaak die voorlopig niet aan de orde is hier. Dat neemt niet weg dat men toch moet constateren dat in toenemende mate binnen de politieke partijen wordt gesteld dat gemeentelijke herindelingen zin kunnen hebben om een deel van de bestuurlijke problemen op kunnen lossen. Dat geeft dan weer een ander beeld op de totale bestuurlijke reorganisatie. Er zijn partijen die menen dat er niets moet gebeuren wat dat betreft. Dan praat hij even over de provincies niet qua taken en bevoegdheden maar qua grootte en omvang, daarnaast zijn er partijen die menen om het aantal van 11 te verhogen, waarbij de polders in discussie zijn, en waarbij Twente en dan ook de agglomoratie Eindhoven als een 12 jof 13de provincie zijn.Eerst zou Rijnmond en vervolgens Twente, volgens de minister van binnenlandse zaken, moeten komen. Dan gaat vanzelf de vraag rijzen; kan dat? Kan dat in tijd van bezuinig ing financieel opgebracht worden. Hij denkt dat men zelfs dat niet financieel kan opbrengen Want er zijn daar vroeger berekeningen van ge maakt. Men kan dat vinden in een memorandum dat GS aan Provinciale Staten hebben gepresenteerd. Daar zijn alle berekeningen aan toegevoegd zoals G.S. dat toen zagen. Hij vindt dat op grond van harde argumenten is aan getoond dat de hele operatie geweldig duur zou zijn omdat gewoon het oprichten van een nieuwe provincie een aantal initiële kosten met zich meebrengt. Basiskosten, die men altijd maken moet en die nu op één provincie drukken. Stel nu dat men Brabant in twee of drie of vier wil verdelen dan moet men een deel van de kosten die men moet maken voor personeel, provinciehuizen e.d. over vier delen uitsmeren, dan kan men uitrekenen dat dat een hele kostbare operatie zal zijn. Hij heeft altijd vermeden om kostenfaktoren als doorslaggevend argument te gebruiken. Hij vindt dat een slecht argument op zichzelf, maar het zou wel eens de doorslag kunnen geven. Maar als men tegen de opzet is om andere redenen, zoals staatsrechtelijke redenen, of organisatorische redenen, bestuurlijke redenen, politieke redenen, dan gelooft hij dat het geld pas op de laatste plaats komt. Maar als uit al die redenen zou blijken dat men er voor zou zijn dan vindt hij dat men er ook voor zou moeten zijn dat er middelen zouden moet worden vrijgemaakt om die verbeteringen te kunnen aanbrengen. Hij gelooft daar niet in. En ook het provinciaal bestuur gelooft er voor de meerderheid niet in. Zowel gedeputeerde staten als provinciale staten hebben daarover meerderheidsuitspraken gedaan die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. Intussen heeft de huidige minister van binnenlandse zaken daar nog niet zo heel veel over gezegd behalve dat er snel iets moet gebeuren.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1982 | | pagina 3