Mk,
GEMEENTE RIJSBERGEN
NOTULEN van de openbare vergadering
van de raad der gemeente Rijsbergen
gehouden op 18 maart 1982 des avonds
om 8 uur ten gemeentehuize.
AANWEZIG: W.A.P. van Aert, J.C.M. van den Bemd, Mevr. M.C. van den Bemd-
Deckers, H.J.V. Daemen, C.M.J.M. Goos, P.J. Huijbregts, C.W. Martens,
P.A.J. Nooren, C.W. Vogels.
AFWEZIG: A.J.J. van Kuijck (vakantie)
L.C. Verpaalen (ziekte)
DE VOORZITTER: A. Hartman
DE SECRETARIS: G.A.A.M. Kuijpers.
Nadat de voorzitter de vergadering met gebed heeft geopend stelt hij achter
eenvolgens aan de orde
1AANWIJZING VOORSTEMMER.
Dhr. W.A.P. van Aert wordt tot voorstemmer aangewezen.
2. VASTSTELLING NOTULEN RAADSVERGADERING d.d. 28 JANUARI 1982 (WERKBEZOEK
VAN DE COMMISSARIS DER KONINGIN)
Dhr. Goos heeft enkele tegenstrijdigheden ontdekt i.v.m. het commissieverslag
R.O. De voorzitter heeft gesteld dat het bedrijf van Jacobs alleen maar te
helpen was aan de Hooibergstraat. De commissaris is hier totaal niet op
ingegaan. Maar nu heeft men de notulen thuis van deze vergadering en hier
staat dat de commissaris begrepen heeft op blz. 8 de 8e of 9e regel van
bovenaf "nu heeft hij begrepen dat alleen hier de gedachten andersom liggen
dan kan hij alleen maar aanraden om als de bliksem het bestemmingsplan
bedrijventerrein tot ontwikkeling te brengen en kijken hoe het uitpakt".
Daar bedoelt hij dus mee het terrein op de Hooibergstraat.
De voorzitter zegt dat dat er niet mee bedoeld is.
Er is gezegd dan kun je het één doen en dan hoef je het ander niet te laten.
Dhr. Goos zegt dat de commissaris stelt om zowel het één te doen als
het ander. Dus hij bedoelt de Hooiberg en de bedrijventerreinen die
aangewezen waren. In de commissievergaderingen heeft men dat flink doorge
sproken maar daar kwam dan eindelijk uit dat de commissaris het totaal niet
ziet zitten. Maar als de commissaris zegt als de bliksem een bestemmingsplan
klaarmaken dan is hij er een grote voorstander van om een bestemmingsplan te
maken aan de Hooiberg.
De voorzitter zegt dat hij al meerdere malen gezegd heeft dat er voor dat
gedeelte een voorbereidingsbesluit destijds genomen is en dat daarvoor
een procedure ing. artikelen 19 WRO jo. 50 woningwet is begonnen wat hetzelfde
effect heeft als een bestemmingsplan. Hij kan de raad niet adviseren het