ft
- 19 -
ruimtelijke ordening, waar dit op momenteel speelt die aan het
college van B&W advies uitbrengt, om al of niet een bepaald bedrijven
terrein te gaan ontwikkelen en dan komt het college er te zijner tijd
mee in de raad.
Dhr. van den Bemd zegt dat hij duidelijk behoefte had n.a.v. de komst van
de commissaris dat die raad en het college daar zich over uit zouden spreken.
De voorzitter antwoordt dat de raad zich uit moet spreken. Er zijn 4 terreinen
die voor de P.P.C. acceptabel zijn waar men planologisch mee verder kan.
Hij stelt voor dat naar de commissie ruimtelijke ordening te verwijzen,
die dan de draad weer oppakt.
Dhr. Goos zegt dat volgens de commissaris er nog nergens een bestemmingsplan
is. De commissaris heeft gezegd dat er nog meer wegen zijn. De P.P.C. kan
wel tegen zijn. Als men een plan maakt kan men proberen om dat er door
te brengen. Nee hebben we, ja kunnen we krijgen.
De voorzitter zegt hetzelfde effect krijgt men met een anticipatievergoeding
ing.artikel 19 W.R.O. Leg er een voorbereidingsbesluit op dan kost het
geen geld, dan vraagt men een verklaring van geen bezwaar ing.
artikel 19 W.R.O. aan Dan heeft men hetzelfde effect want waar gaat
het uiteindelijk om, het gaat om het bouwen. En als men zegt men gaat
voor Tiggeltsebergstraat en Hooibergstraat een plan ontwikkelen dan krijgt men
straks toch weer met plankosten te maken, waarvan nu toch nog niet gezegd
kan worden dat dat een lang leven beschoren zal zijn.
Dhr. Goos dacht toch dat men moet proberen, gezien de andere lokaties waar
andere bedrijfsbelangen een rol in mee spelen. Men heeft er niets aan het
ene bedrijf de nek om te draaien, om een ander bedrijf te helpen.
En daar is de mogelijkheid om op geschikte manier die grond verworven te
krijgen.
De voorzitter antwoordt dat men de proef op de som heeft genomen. G.S. heeft
daar neen op gezegd. Momenteel is er een Kroonberoep. Dat is precies hetzelfde
effect als een bestemmingsplanwijziging.
Als men zuinig wilt worden geeft dan niet meer uit dan nodig is. Het gaat
om het resultaat.
Dhr. van den Bemd wil graag weten of die motie gesteund wordt.
Dhr. Verpaalen zegt dat het hem lijkt dat het moster na de maaltijd is.
Nu het bezoek van de commissaris net achter de rug is, waarbij hij duidelijk
gezegd heeft om die plaats, die als laatste opgegeven is, uit het hoofd
te zetten omdat men dat nooit haalt. Verder heeft hij gezegd dat men het
huiswerk over die andere lokaties goed moet doen en dan kan men pas praten
en niet eerder.
De voorzitter zegt dat dhr. van den Bemd met een motie komt en vraagt of die
motie door de raad wordt overgenomen.
Dhr. Daemen zegt dat er niets is wat hun let een plan te maken, de uitvoering
dat is iets anders.
De voorzitter zegt dat nu net het probleem is, de kostenfactor.