- 18 -
Wethouder van Kuijck zegt maar het contingent 1981 is niet verloren.
Dhr. Vogels zegt dat hij ontdekt heeft dat de sporthal in een aantal
gevallen zelf doorverhuurd wordt. Dat betekent dat degene die het huur
contract heeft afgesloten de sporthal niet gebruikt. Dat heeft voor de
gemeente financiële consequenties. Vandaar dat hij de wethouder wil voorstellen
om een voorstel in te dienen voor de huurovereenkomst om dit oneigenlijke
gebruik te voorkomen. Hij kent een geval waar het de gemeente 500,kost.
Wethouder van Kuijck antwoordt dat hij hier zeker notitie van zal nemen.
Dhr. van den Bemd wil op de eerste plaats als groepering aan de rest van de
raad en aan het college het volgende voorleggen n.a.v. het bezoek van de
commissaris over de prettige mededeling, die hij de raad deed aangaande
het bedrijventerrein', wil hij aan de raadsleden een motie voorleggen ten
behoeve van de ontwikkeling van het bestemmingsplan bedrijventerrein en
parkeergelegenheid voor vrachtwagens. De fractie heeft die motie als volgt
samengevat: de raad der gemeente Rijsbergen, hier op 4 februari 1982
in vergadering bijeen spreekt zich uit om bovengenoemde punten versneld te
gaan ontwikkelen om zodoende de bovengenoemde problemen en de daaraan
vastgekoppelde leefbaarheid, die niet los te denken is van deze problemen
in diverse wijken, eens echt met daden op te gaan lossen.
De voorzitter neemt aan dat de motie gesteund wordt. Men heeft het over
bedrijventerrein. Hij vraagt welk bedrijventerrein men bedoelt.
Dhr, van den Bemd antwoordt dat de commissaris in zijn woorden had bedoeld
op het ontwikkelen van een heel nieuw plan.
De voorzitter antwoordt ontkennend.
Dhr, van den Bemd zegt dat dat wel de doelstelling is van zijn groepering.
Door het gesprek met de commissaris is men tot de conclusie gekomen dat het
heel moeilijke zal zijn om dit op de Tiggeltseberg te vestigen.
De voorzitter antwoordt dat dit juist is, maar daarnaast heeft de gemeente
zelf in procedure vijf lokaties, waarvan vier lokaties door de P.P.C. akkoord
zijn. Bedoelt men nu die proberen te verwerven en uit te voeren of zegt men
ook die vier niet uitwerken en zoeken naar iets anders. Hij kan alleen zeggen
dat het vreselijk moeilijk is om een geschikte lokatie te vinden.
Dhrvan den Bemd zegt dat er misschien van deze vier misschien iets te maken
is. Maar anders moet de stedebouwkundige met de commissie uitzien naar een
geheel nieuw terrein. Maar hij dringt er wel op aan dat het versneld moet
gaan zoals in de praktijk het met de sporthal is gebeurd.
De voorzitter zegt dat hij die garantie zo niet kan geven.
Dhr, van den Bemd zegt dat als de raad zich daarachter uitspreekt dan de
is er behoefte en dan moet er ook gewerkt worden om als het enigszins mogelijk
is dit versneld te realiseren.
De voorzitter antwoordt dat de heer van den Bemd daar gelijk in heeft.
Men kan het snel aanpakken maar de uitvoering dan heeft men te maken met
grondeigenaren, eventueel met onteigening van de grond, dat veel moeilijker
zal zijn. Bij de sporthal was de gemeente zelf eigenaar van de grond.
Maar als men over onteigening praat moet men eerst een vastgesteld plan
hebben, een goedgekeurd plan zelfs, en dan pas kan men gaan onteigenen.
Dan kan men uitrekenen hoe lang dat nog gaat duren. Maar als de raad zegt
dat daar aan doorgewerkt moet worden, dan wil hij dat vanzelfsprekend
overnemen. Hij zou dat dan toch willen verwijzen naar de commissie