- 12 -
15. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE EERSTE WIJZIGING VAN DE SUBSIDIE-
REGELING VOOR DE GEMEENTE RIJSBERGEN EN DE le WIJZIGING VAN DE SUBSIDIE
REGELING VOOR SPORTVERENIGINGEN IN DE GEMEENTE RIJSBERGEN.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het
voorstel van burgemeester en wethouders van Rijsbergen.
16. VOORSTEL TOT OMBOUWEN VAN DE OPENBARE VERLICHTING VAN DE GEMEENTE
RIJSBERGEN
Dhr, van den Bemd wil aangaande dit punt de zaken op een rijtje zetten. Uit
de toesturing van de B&W stukken, die men als fracties krijgt, blijkt dat
B&W in de vergadering van 4 november nr. 39, energiebezuiniging op open
bare verlichting afwijst. Toen is in de commissie openbare werken dit
voorstel door een der leden op de rol gebracht. Daarna is een toezegging
gedaan door wethouder Nooren dat de zaak opnieuw bekeken zou worden.
Het is nadien nog een keer in de commissie openbare werken geweest.
Hij vindt het fijn dat het op de agenda staat. Maar hij had liever gehad
dat dan die commissievergadering wel wat eerder geweest wasof dat het
naar een andere vergadering was geplaatst. Dat was kwa tijdsduur voor de
commissieleden wat prettiger geweest. Hij wil er de volgende opmerking
over plaatsen. Hij mist bij dit punt de garantie die men krijgt voor de
nieuwe armaturen. Er is door de deskundigen aan de commissieleden verteld
dat het in de provincie Friesland met name goed werkt maar daar is het ook
van korte duur. In hoeverre gaat de levensduur ten voordele van de gemeente
werken. Er is verder in de commmissievergadering een advies uitgebracht
om de avond verlichting om 11 uur te doven i.p.v. om 12 uur. Dit i.v.m.
bezuiniging. Hij stelt voor om nog een uur eerder de nachtverlichting te
laten branden om die bezuiniging nog iets op te voeren.
Dhr. Verpaalen zegt, zoals het verhaal luidt van B&W, klinkt het in eerste
instantie allemaal erg aardig en logisch maar hij denkt dat toch over een
aantal zaken een beetje simplistisch gedacht is en te simplistisch op papier
gezet. Hij denkt dat men moet beginnen met te zien of dit soort verlichting
goed is.
Hij hoort geluiden over in Friesland zus en zo maar als hij de lichtsterkte
in het rapport van de P.N.E.M. leest dan kan hij zich niet voorstellen
hoeveel licht dat is.
Alvorens hij daardoor de mist ingaat, letterlijk en figuurlijk, zou hij dat
graag vooraf willen zien en aan de hand van de dan geconcentreerde licht
sterkte een oordeel willen vormen. Men heeft nu een bepaald type licht,
maar wat daarvoor in de plaats komt dat weet hij niet, en dingen die hij
op dit moment niet meer weet daar staat hij erg huiverig tegen over. Wat
betreft de opstelling van de cijfers wordt gezegd dat reeds na één jaar
de zaak boven de nullijn zit. Nu is hij bang dat een aantal zaken niet
zodanig opgesomd zijn dat ze puur met elkaar te vergelijken zijn. Een verhaal
van deze strekking leest men vlot maar de essentie van vergelijking met cijfers
komt er niet goed in tot uitdrukking.
Hij vindt dan ook dat, alvorens een definitief oordeel geveld zou moeten
worden, er exact en concreet doorgerekend moet worden tot over 10 jaar met
geïndexeerde stroomkosten, de situatie naast elkaar geplaatst bij ongewijzigd
en bij gewijzigd beleid.
Dat betekent dus dat men uitgaat in de ene situatie van de huidige verlichting
met eventueel één of twee uur korter. Hij weet niet hoe dat gaat uitpakken.
Voor een uur heeft hij alle begrip. Voor twee uur dat kan misschien, maar hij
kan zich voorstellen dat daar technisch problemen om de hoek komen kijken.
Wat betreft het vuil worden van de armaturen in de winter, dan denkt hij
wanneer men rekening houdt met geïndexeerde stroomkosten met geïndexeerde
onderhoudskosten, want men weet niet op dit moment hoeveel branduren deze
nieuwe type lampen heeft, omdat men daar nog onvoldoende ervaring mee heeft.
4