- 10 -
Dan had de voorzitter moeten zeggen, dat dat niet gezien is.
Wethouder van Kuijck vraagt of de raadsleden het bedrag van die inspraakavond
vooraf wisten.
De voorzitter antwoordt dat dat gebeurt is in de vergadering van 2 juni 1980,
besluit B&W nr. 38. En daar is de informatieavond precies in genoemd.
4.450,excl. B.T.W. en 10.300,excl. B.T.W.
Die offerten hebben ter inzage gelegen want mevrouw van den Bemd heeft nog
gevraagd om een copie van deze offerte toegezonden te krijgen.
Toen had iedereen het kunnen zien. Hij niet alleen, maar allemaal.
Dhr, van Aertwil iets zeggen aangaande die inspraakavond. Hij wil de commissie
ruimtelijke ordening geen verwijt maken maar als men op deze manier een
vergadering doorpraat en men weet op welk manier ze gebruikt gaat worden
op die inspraakavond dan had hij gezegd als commissielid het hoeft van mij
niet op deze manier, want dat is geen haalbare kaart. Dan had men die
10.000,kunnen besparen.
De voorzitter zegt nu men aan de uitvoering toe is maar daar gaat het
vanavond niet over. Nu gaat het over het krediet. Over de uitvoering. Dat is
de uitslag van het V.C.P. Maar dat komt nog een keer apart. Bij een komplan
moet een V.C.P. als onderdeel worden gevoegd. Dan moet er ook een C.I.M.K.
rapport zijn alsmede een rapport overleggen van de geluidhinder, het
TNOrapport
Dhr, van Aert zegt dat op deze manier zal het toch geen haalbare kaart zijn.
De voorzitter zegt dat men het adviesbureau Arnhem geen verwijt kan maken.
Er is correct gehandeld. Alles is via de commissie ruimtelijke ordening
gelopen. In de commissie ruimtelijke ordening zijn de inspraakavonden
vastgesteld. Dan weet hij niet wat het college verkeerd heeft gedaan.
DhrGoos vraagt of het niet beter is om dit agendapunt helemaal terug te
nemen en het eerst helemaal te bestuderen van A tot Z, want men komt
er hier toch niet uit.
De voorzitter zegt dat dit mag als de rest van de raad er mee akkoord is.
Hij vraagt of het eerst terug in de commissie ruimtelijke ordening moet
of terug naar de raad.
Dhr. Goos vindt dat alles opnieuw op een rijtje gezet moet worden en dan kan
de raad er pas een oordeel over geven.
De voorzitter vindt dit geen probleem.
Dhr. Verpaalen vraagt of die offerte nu wel of niet zonder B.T.W. was dat
vindt hij een argument dat in deze discussie niet relevant is. Het enige
wat relevant is, is de opdracht die verstrekt is aan de Heidemij en wat
daar in genoemd is. Dat is zijn uitgangspunt.
De voorzitter zegt dat zijn de cijfers die hij nu noemt.
Dhr. Verpaalen zegt dat die bij de stukken hadden moeten liggen.
De voorzitter zegt dat hij het voorstel wil terugnemen om het beter te doen
bestuderen door de raad.
Het voorstel wordt aangehouden.