- 10 - plan strookt met de opvattingen van één van de miljoenen deskundigen, dan is de opsteller van het plan een gevierd man; strookt het niet, dan zal de opsteller in hoge mate verguisd en verwenst worden. Dat dit laatste meestal niet op wetenschappelijk verantwoorde argumentatie gebeurt, is ook voor eenieder duidelijk. M.I. ligt hierin voor een groot deel de oorzaak van het gebrekkig funktioneren van de inspraak procedures. Dit ligt ook voor de hand; n.l. een wetenschapsbeoefenaar overtuigd van zijn systematische en doel gerichte onderzoek, zal zich a priori opstellen tegenover diegenen die dit onderwerp niet wetenschappelijk benaderen en vanuit die visie uitspraken doen. Landelijke, provinciale, regionale en lokale overheden dienen deze wetenschap te beoefenen en doen dat ook in meerdere of mindere mate. Zij rapporteren hierover in verschillende mate van breedvoerigheid aan de miljoenen deskundigen gedocumenteerd en geargumenteerd met analyses en statistieken verwachtingspatronen vanuit de eigen maat schappij visie. In principe dienen al deze plannen zowel vertikaal als horizontaal passend op elkaar aan te sluiten. Gelukkig is dit meestal ook zo maar aan een groot percentage van de belangstellenden gaat de onderlinge samenhang voorbijDit is niet zo verwonderlijk als men zich realiseert dat velen door de bomen het bos niet meer zien, zowel kwantitatief als kwalitatief. Ter illustratie, letterlijk en figuurlijk worden zeer geschikte plannen opgesteld. Na selectie op streekplan project West Brabant en Stadsgewest Breda hebben wij in de thans bijnabeëindigde raadsperiode bijna 10 kg papier in zijn totaliteit meer dan 2000 pagina's excl. kaarten, mappen e.d. Alleen al het bestuderen van deze materie op verantwoorde wijze zal menigeen de vereiste moed in de schoenen doen zakken die niet méér dan gemiddelde belangstelling heeft voor ruimtelijke ordenings zaken. Kwalitatief dient men veelal zich eerst het vakjargon van de weten schapper eigen te maken alvorens met enige doelmatigheid deze materie bestudeerd kan worden, waarbij de leek dan altijd nog het inzicht blijft ontberen om een gefundeerd equivalent oordeel te geven. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de R.O. als wetenschap teveel in de hoek van de theoretische wetenschapper gedrukt wordt waar het per definitie niet thuis hoort. Woningzaken hebben meer invloed op het praktisch doen en laten van de samenlevingscomponenten dan R.O. Ook dit facet (wij hebben dat onlangs met een lokaal plan kunnen ervaren) is mede oorzaak van het feit dat inspraakprocedures niet of onvol doende uit de verf komen. In dit perspectief is mijns inziens ook te plaatsen de brede maat schappelijke Discussie die thans plaats vindt over het vraagstuk op een B.M.D. over de energie politiek moet plaats vinden: een dergelijke discussie is bij voorbaat gedoemd te verzanden in een politiek steek spel tussen de doorgewinterde voor- en tegenstanders van een bepaald energie-beleid. Het is even weinig zinvol een B.M.D. te voeren om dit facet van het energiebeleid als over elk ander wetenschappelijk onderwerp, dat per definitie niet door een leek in de betreffende wetenschap te overzien is. Uiteraard gaat ook deze vergelijking mank maar de strekking is dezelfde en even verdragend als bij de discussie over R.O. zaken.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1982 | | pagina 10